Lhbtiq+ FAQ’s
Algemeen over lhbtiq+
- Je voelt je anders dan andere jongens en meisjes. Maar je weet niet precies waaraan dit ligt.
- Je voelt je niet zo vrouwelijk als andere meisjes of niet zo mannelijk als andere jongens. Je weet niet hoe dit komt.
- Je voelt je heel fijn bij iemand van je eigen sekse. Maar je weet niet zeker of dit verliefdheid is.
- Je was eerder verliefd op iemand van de andere sekse. Nu ben je verliefd op iemand van de eigen sekse. Ben je nu bi? Of toch lesbisch of homo?
- Lees ervaringsverhalen van anderen. Door het lezen van de verhalen van een ander is het makkelijker om te bepalen hoe jij je zelf voelt.
- Bekijk eens een paar vrolijke films over homo’s, lesbische vrouwen of bi’s.
- Schrijf je eigen verhaal op. Dit kan helpen om je gevoelens beter te begrijpen.
- Praat met anderen over je gevoel. Is er iemand die je kan vertrouwen? Die jouw verhaal niet doorvertelt? Bij die persoon kan je vaak terecht.
- Het is niet raar als je twijfels of vragen hebt over je seksuele voorkeur. Geef jezelf de tijd om erover na te denken.
- Blijf niet alleen rondlopen met je vragen en twijfels. Praat erover met anderen die je kunt vertrouwen.
- Praat met andere jongeren die misschien ook homo-, lesbische of bi-gevoelens hebben.
- Het is belangrijk om over je gevoelens te praten. Het is meestal fijn om met je ouders te praten over je gevoelens. Dat geldt voor allerlei gevoelens, dus ook voor je homo-, lesbische of bi-gevoelens. Lees hier alles over het gesprek met je ouders.
- Wil je liever eerst met iemand anders praten? Stap dan af op een hulpverlener. Lees hier waar je hulp kan vinden.
- Met anderen over je gevoel praten kan ook helpen. Is er iemand die je kunt vertrouwen? Die jouw verhaal niet doorvertelt? Bij die persoon kan je vaak terecht.
- Praat met jongeren die misschien ook homo-, bi-, of lesbische gevoelens hebben. Lees hier hoe je in contact komt met andere jongeren in dezelfde situatie
- Er zijn veel verschillende seksuele voorkeuren. Jij mag zelf bepalen wat jouw seksuele voorkeur is, wat je ermee doet, en wie je daarover vertelt.
- Zo’n 18 procent van de vrouwen zegt (ook) seksueel aangetrokken te zijn tot vrouwen. Van de mannen zegt 13 procent zich (ook) seksueel aangetrokken te voelen tot mannen.
- Zo’n 13 procent van de volwassenen heeft wel eens homo- of lesbische seks gehad.
- Zo’n 2,5 procent van de mannen noemt zich homo en 2,5 procent van de mannen noemt zich bi.
- Zo’n 3 procent van de vrouwen noemt zich lesbisch en 3 procent noemt zich bi.
- 3 meisjes (ook) op meisjes vallen en 2 jongens (ook) op jongens vallen.
- 2 meisjes en 2 jongens een keer in hun leven homo of lesbische seks hebben.
- 1 jongen zich (later) homo of bi noemt en 1 meisje zich (later) lesbisch of bi noemt.
- leuke jongens je sneller opvallen dan leuke meisjes
- je liever met een jongen zoent dan met een meisje
- je mannenlichamen mooier en opwindender vindt dan vrouwenlichamen
- je soms kriebels in je buik krijgt van een jongen
- je misschien wel al eens verliefd bent geweest op een jongen Voor sommige homojongens is het heel duidelijk: je zou nooit op een meisje vallen. Maar als je homo bent, dan kun je meisjes ook wel eens leuk vinden. Toch merk je dat het anders is met jongens: als je met een jongen bent die jij aantrekkelijk vindt, voelt dit beter dan wanneer je met een meisje bent dat je aantrekkelijk vindt.
- zie je de ene keer een leuk meisje en de andere keer een leuke jongen
- word je verliefd op een persoon; dat kan een meisje of een jongen zijn
- kan je kriebels in je buik krijgen van een jongen maar ook van een meisje
- vind je vrouwenlichamen en mannenlichamen allebei mooi en opwindend
- ben je misschien wel eens verliefd geweest op een meisje, of juist op een jongen
- ben je misschien eerst verliefd geweest op een meisje en daarna op een jongen of omgekeerd. Als je bi bent kan het zijn dat je iets meer op jongens valt of juist iets op meisjes. Het kan ook te maken hebben met wie je tegenkomt: als je het meisje of de jongen van je dromen tegenkomt en samen verliefd wordt, dan is die persoon gewoon vaak het allerbelangrijkste.
- leuke meiden je sneller opvallen dan leuke jongens
- je liever met een meisje zou willen zoenen dan met een jongen
- je vrouwenlichamen mooier en opwindender vindt dan mannenlichamen
- je soms kriebels in je buik krijgt van een meisje
- je misschien al eens verliefd bent geweest op een meisje
- zie je de ene keer een leuke jongen en de andere keer een leuk meisje
- word je verliefd op een persoon; dat kan zowel een meisje als een jongen zijn
- kan je kriebels in je buik krijgen van een jongen maar ook van een meisje
- vind je mannenlichamen en vrouwenlichamen allebei mooi en opwindend
- ben je misschien wel eens verliefd geweest op een meisje of juist op een jongen
- ben je misschien eerst verliefd geweest op een meisje en daarna op een jongen of omgekeerd
Uit de kast komen
- Nieuwe vrienden die wel snappen hoe het zit: die je niet hoeft uit te leggen wat je voelt, die je accepteren zoals je bent, en met wie je kunt lachen!
- Dit kunnen mensen zijn die je al kent, maar ook andere jongeren die je snappen van binnenuit, omdat ze hetzelfde meemaken.
- Er zijn mensen op school die hulp kunnen bieden bij pesten: je mentor, of een vertrouwenspersoon. Of misschien ken je zelf iemand die je in vertrouwen kunt nemen.
- Bedenk dat wat gezien wordt als ‘mannelijk’ of ‘vrouwelijk’ steeds verandert door de tijd. Het staat niet vast en het kan op andere plekken anders zijn.
- Word je gepest? Lees hier hoe je omgaat met pesten.
- Als je gepest wordt, is dat nooit jouw schuld.
- Heel veel mensen worden gepest: jij bent niet de enige. Dus blijf er niet alleen mee rondlopen!
- Wat er ook gezegd wordt, ga niet aan jezelf twijfelen. De pesters hebben ongelijk. Jij mag zijn wie je bent!
- Jezelf zijn is eigenlijk stuk stoerder dan ‘meelopen’ met de rest.
- Vraag hulp van anderen: iemand die je kent en die je kunt vertrouwen. Of een vertrouwenspersoon op school. Of van een hulpverlener die ervaring heeft met jouw problemen.
- Het ontstaat waarschijnlijk in de baarmoeder Een deel van de wetenschappers gaat ervan uit dat de hoeveelheid testosteron (een hormoon) van de moeder mede bepaalt of die baby later homo, lesbisch of hetero wordt. Testosteron heeft invloed op je hersenen en daar wordt mede bepaald wat je seksuele voorkeur is. De wetenschapper die dit ontdekt heeft, heet Dick Swaab.
- Het is waarschijnlijk deels erfelijk Het zit in de familie. Je hebt bijvoorbeeld een (achter)neefje, (achter)nichtje, oom, broer of zus die ook homo, lesbisch of bi is. Je weet dit niet altijd, omdat niet iedereen ervoor uitkomt. Neurowetenschapper Simon Le Vay legt dit uit in zijn boek ‘Gay, straight and the reason why’.
- Of er ruimte is om openlijk homo, lesbisch of bi te zijn, hangt af van cultuur en religie Mensen met homo-, lesbische en bi-gevoelens hebben altijd bestaan. Het is van iedere tijd en van iedere cultuur. Dat betekent niet dat mensen het altijd hetzelfde benoemen. Niet in iedere cultuur wordt er gepraat over homo-, lesbische en bi-gevoelens.
- Als je in acuut gevaar bent, bel 112. Geef aan dat je mogelijk te maken met huiselijk geweld of eergerelateerd geweld.
- Praat met een deskundige die jou helpt om het geweld of dwang te voorkomen of te stoppen. Samen bedenken jullie hoe. Je kunt zo’n deskundige in je eigen woonplaats vinden bij Veilig Thuis.
- Ben je bang dat je wordt teruggestuurd naar het land van je ouders en mogelijk daar moet trouwen? Lees dan op Yourright2choose wat je moet doen.
- Wil je praten met andere jongeren die te maken hebben met homo-, lesbisch- of bi-zijn? Bezoek Veilige Haven, een vangnet voor jongeren met een een biculturele achtergrond en LHBTI-gevoelens.
Niet vergeten
- Geweld in huis is niet oké. Je hoeft dit niet te accepteren.
- Jij kunt er niks aan doen dat jij deze gevoelens hebt. Je hoeft er niet gestraft voor te worden.
- Iemand bedreigen, slaan, schoppen, opsluiten of dwingen om te trouwen kan vanuit geen enkele religie worden goedgepraat.
- Als je geweld meemaakt, hoef je je hiervoor niet te schamen. Praat erover, want alleen dan kan iemand je helpen.
- Ouders houden van hun kinderen. Maar soms gaan ze gebukt onder strenge regels of weten ze niet beter. Het is je recht om je eigen keuzes te maken over jouw leven.
Biseksueel
Transgender
- Geef jezelf tijd en ruimte om na te denken over je genderidentiteit. Gender is niet vanzelfsprekend: het kan verschillen per dag hoe vrouwelijk of mannelijk je je voelt en ook in de maatschappij verschuiven de normen. Het is dus niet raar als jij twijfels hebt. Je bent niet meteen transgender als je twijfelt. Het kan wel. Ook onder transgender personen geldt: iedereen is anders.
- Als je een diepe wens hebt om je lichaam te veranderen in dat van een meisje terwijl je nu het lichaam van een jongen hebt, of andersom, kan het zijn dat je genderincongruent bent: je lichaam klopt niet met hoe je je voelt. > lees ook Ben ik misschien transgender?
- Het kan dan fijn zijn om te weten hoe andere jongeren hun genderidentiteit beleven.[link naar verhalen]
- Het kan helpen om je gevoelens beter te begrijpen door je eigen verhaal op te schrijven. Bijvoorbeeld in een dagboek, een ervaringsverhaal, een gedicht of een songtekst.
- Praten over je gevoel kan helpen. Is er iemand in je omgeving die je kan vertrouwen en die jouw verhaal niet doorvertelt? Een vriend of een tante?
- Of zou je liever met een andere trans jongeren praten? Zij komen samen in jongerengroepen en organiseren uitjes met elkaar, juist om ervaringen uit te wisselen.
- Je kunt ook bij hulpverleners terecht die gespecialiseerd zijn in gendervragen; hen kun je om advies vragen of je hart eens lekker uitstorten. Soms is een vreemde daarvoor juist heel geschikt. Bij Transvisie Zorg hebben ze ervaring met deze zaken.
- Zij weten ook hoe het werkt als je fysiek van geslacht wilt veranderen. Op deze site van het ziekenhuis dat daar veel ervaring mee heeft in Amsterdam kun je ook meer lezen over hoe het werkt. Op deze site staat ook een folder voor jongeren vanaf 12 jaar.
- Als je er met je ouders over wil praten, vind je hier meer tips. Zij weten vaak al wel hoe het zit.
Als je transgender gevoelens hebt, voel je je niet fijn bij het gender wat jou bij je geboorte is toegekend. Je weet wie je bent, alleen je lichaam klopt niet bij wat je voelt. Het kan zo zijn dat je je een meisje of een jongen voelt terwijl er in je geboorteakte wat anders staat. Maar het kan ook zijn dat je bij die beide genders je niet thuis voelt. Je voelt je iets daartussenin of volledig buiten. Dan kun je jezelf non-binair of gender fluïde noemen.
Als je sinds je geboorte een meisje wordt genoemd:
- maar je je helemaal niet meisjesachtig voelt;
- je niet thuis voelt onder meisjes;
- of je meer een jongen voelt, dan een meisje, en vooral jongenskleren mooi vindt en lekker vindt zitten;
- of je je ongemakkelijk voelt als je wordt aangezien voor een meisje en liever wil je dat mensen je als jongen zien.
Of als je sinds je geboorte een jongen wordt genoemd:
- maar je niet zeker weet of je wel een jongen bent, omdat je jezelf niet jongensachtig vindt;
- en je voelt je niet thuis onder jongens;
- of je voelt je helemaal geen jongen, je voelt je meer een meisje;
- en wanneer je jongenskleding draagt, voelt dat niet fijn.
- Je voelt je ongemakkelijk als je wordt gezien als jongen, en je vindt het fijn als anderen denken dat je een meisje bent.
Als je dit herkent, dan kan het zijn dat je transgender bent. Veel transgender personen hebben dit. Maar het hoeft niet. Het kan ook zijn dat je een stoere meid bent die liever met jongens omgaat en ‘jongensdingen’ doet of een meisjesachtige jongen die liever ‘meisjesdingen’ doet. Het kan ook zijn dat je homo, lesbisch of bi bent.
- Een vaste leeftijd waarop je weet of je transgender bent, bestaat niet. De een weet het al als 6-jarige, de ander ontdekt het pas op 40-jarige leeftijd. Wel hebben de meeste transgender personen vanaf jonge leeftijd een gevoel ‘anders’ te zijn dan anderen.
- Er zijn ook kinderen van wie men denkt dat ze transgender zijn, maar later blijkt dit niet zo te zijn. Het zijn vaak jongeren die homoseksueel blijken. Dat is niet zo raar, want ook veel homo-, bi- en lesbische jongeren hebben vaak een gevoel ‘anders’ te zijn wanneer ze opgroeien en zij kunnen ook gender non-conform zijn: ze zien er uit of gedragen zich als iemand van het andere geslacht.
- Als je niet weet wat je precies voelt of bent, maak je geen zorgen, maar geef jezelf de tijd en praat erover met mensen die je vertrouwt en/of die deskundig zijn.
‘Mijn dochter is nu mijn zoon’ Geef ouders, partner en kinderen de tijd te wennen aan de nieuwe situatie. Ga het gesprek niet uit de weg en probeer je in te leven in hun situatie. Realiseer je dat ingesleten gewoonten niet zomaar zijn veranderd. Situaties als ‘Mijn zoon zet haar auto weg’ zullen best nog wel eens voorkomen. Het is geen onwil, maar het wijzigen van een ingesleten gewoonte.
Aseksueel
Aseksualiteit is een geaardheid, net zoals heteroseksualiteit, biseksualiteit en homoseksualiteit dat ook zijn. Er is alleen één groot verschil: je hebt geen seksuele verlangens naar geen enkele sekse. Dat is de meest hanteerde definitie volgens het Aseksueel Voorlichtings- en Educatie Netwerk.
- seksuele opwinding: sommige aseksuelen ervaren het wel, anderen niet
- seksuele aantrekkingskracht: een minderheid van aseksuele mensen zegt wel al eens seksuele aantrekkingskracht te hebben gevoeld
- masturberen: sommigen masturberen om spanning los te laten, anderen hebben hier geen ervaring mee
- je hebt geen behoefte aan seks of bent er daadwerkelijk vies van
- je hebt geen seksuele ervaring of hebt geregeld seks binnen of buiten een relatie