De puberteit is voor de meeste jongeren een spannende periode. Bijna iedere puber maakt zich druk om vragen als: draag ik wel de juiste kleding en hoor ik er wel bij? Jongeren die lesbische, homo-, bi- of transgender (LHBT) gevoelens hebben, staan daarnaast voor extra uitdagingen. Negatieve reacties, pesten en geweld komen veel voor. Dit maakt LHBT- jongeren kwetsbaar voor onder meer depressie en zelfmoordgedrag. Wat kan jij op jouw school doen om deze leerlingen zo goed mogelijk te ondersteunen?

In de klas kun je LHBT-zijn bespreekbaar maken met tools die je vindt op www.movisie.nl/bespreekbaarheidLHBT en www.gayandschool.nl. Maar hoe ga je individueel in gesprek met leerlingen die (misschien) LHBT zijn?


Anders zijn is normaal

Problematiseer homo- of biseksualiteit niet en geef aan dat dit net zo normaal is als heteroseksualiteit. Ditzelfde geldt voor transgender zijn: je bent niet vreemd.

Voorbeeldvragen seksuele voorkeur:

  • *  Ben je wel eens verliefd geweest?
  • *  Heb je weleens nagedacht of je jongens, meisjes of allebei leuk vindt?

Voorbeeldvragen genderidentiteit:

  • *  Zie je jezelf meer als jongen of een meisje?
  • *  Hoe wil jij dat anderen jou het liefste zien?
  • *  Als je zelf kunt bepalen in wat voor lichaam je bent geboren, wat kies je dan?

Het is belangrijk om deze vragen goed in te leiden. Bijvoorbeeld door iets te vertellen over iemand die je kent die lesbisch, homo, bi of transgender is. Het bespreken met de jongere kan makkelijker worden door te zeggen dat je het wellicht ‘mis hebt’, maar dat je het toch even wil vragen.

 

Let op woordkeuze

Plak geen labels op een jongere wanneer hij of zij dit zelf niet doet. Zegt een meisje bijvoorbeeld dat ze ook op meisjes valt, noem haar dan niet meteen bi of lesbisch maar ga mee in de zelfbenoeming van de jongere.

 

Vriendje of vriendinnetje?

Vraag niet standaard aan een meisje of zij een vriendje heeft en aan een jongen of hij een vriendinnetje heeft. Vraag bijvoorbeeld eerder of er iemand is, die zij leuk of bijzonder vinden.

Meisje/jongen?

Neem bij een transgenderjongere niet de lichamelijke situatie als uitgangspunt, maar de identiteit. Dus als iemand ‘van binnen’ een jongen is, maar geboren is met het lichaam van een meisje, spreek hem dan aan als jongen. En wanneer je praat over van geslacht veranderen, spreek dan van ’transitie’ en gebruik nooit termen als ‘ombouwen’ of ‘verbouwen’.

Geef jongeren de ruimte

Geef jongeren zelf de ruimte om te bedenken hoe zij om willen gaan met hun lhbtiq-zijn en ondersteun in het maken van beslissingen hierover. Bespreek met jongeren de mogelijke scenario’s door: Hoe zouden familie en vrienden reageren? Bij wie kan de jongere eventueel wél terecht?

Kastdeur op een kier

Ga er niet automatisch van uit dat ‘uit de kast komen’ voor jongeren altijd gewenst is. Het kan de veiligheid van jongeren uit traditionele migranten- of vluchtelingengemeenschappen ernstig in gevaar brengen. Lees meer over biculturele lhbtiq’ers: www.movisie.nl/publicaties/kastdeur-kier.

Twijfelen mag

Sta open voor jongeren die nog niet precies weten wat hun seksuele voorkeur of genderidentiteit is. Bied hen ruimte om te twijfelen en hierover na te denken. Juist als een jongere het nognietgoedweet,ispratenhierovervaakprettig.

Organisaties voor lhbtiq-jongeren

Er zijn verschillende organisaties die zicht richten op lhbtiq- jongeren. Bijvoorbeeld Expreszo of de online community Jong&Out. Christelijke jongeren kunnen terecht op het Regenboogforum of de verenigingen CHJC en Contrario. Ben je op zoek naar een andere organisatie? Kijk hiervoor op de pagina ‘ontmoeten’ op www.iedereenisanders.nl.

GSA op school

Jongeren met lhbtiq-gevoelens vinden herkenning en steun bij elkaar. Als leerlingenbegeleider kan je een jongere helpen bij het vinden van deze contacten. LHBT-leerlingen kunnen met elkaar en/of docenten een Gay Straight Alliance (GSA) oprichten: www.gaystraightalliance.nl.

Grijp in bij gevaarlijke situaties

‘Homo’ is een van de meest populaire scheldwoorden op school. Dit herinnert lhbtiq-jongeren er aan dat zij niet zo zijn als de rest; ook als het pesten niet tegen hen is gericht. Grijp daarom altijd in bij anti-lhbtiq opmerkingen en pesterijen.

Let op bij geweld

Soms kan er sprake zijn van ernstige problematiek, bijvoorbeeld wanneer familieleden het lhbtiq-zijn van een jongere niet accepteren. Er kan hier zelfs sprake zijn van kindermishandeling of eergerelateerd geweld. Lees meer hierover bij Movisie. Het is van belang om op tijd deskundige hulp in te schakelen en de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling te volgen: www.rijksoverheid.nl/meldcode.

Let op suïcidaal gedrag

Maak het bespreekbaar als je vermoedt dat een jongere denkt aan zelfmoord. Het is vaak een opluchting voor de jongere om hierover te praten. Wijs jongeren ook altijd op 113online.nl.Hier kunnen ze 24-uur per dag terecht. Voor meer tips: www.movisie.nl.

Verwijs door naar hulpverlening

Soms kan er behoefte zijn aan specialistische hulp. Je kunt verwijzen naar:

* Coaching en hulp van RotterdamV: www.rotterdamv.nl
* Maatschappelijk werk bij COC Haaglanden: www.cochaaglanden.nl
* Veilige Haven Amsterdam en Oost voor lhbtiq’ers met een andere culturele achtergrond: www.veiligehavenamsterdam.nl en www.veiligehavenoost.nl
* Transvisie Zorg Amsterdam voor genderidentiteitsvragen en begeleiding van scholen: www.transvisiezorg.nl

Op school

De school dient er voor te zorgen dat het een sociaal veilige omgeving is. Zo hebben leraren een voorbeeldfunctie, waar ze zich bewust van dienen te zijn. Maar de best werkende voorwaarde voor een school waarin men zich respectvol gedraagt, is als leraren aan het begin van het schooljaar met de leerlingen afspreken hoe ze met elkaar omgaan – met het roepwoord ‘homo’ hierin nadrukkelijk opgenomen.

Op de basisschool kunnen leerlingen uit de kast komen. Dit is een persoonlijke keuze. Het is belangrijk dat de school er naartoe werkt dat de sfeer zo veilig is dat lhbt-leerlingen zich vrij voelen om uit de kast te komen, als ze dat willen. Een coming-out zou dan geen incident meer moeten zijn. Wanneer de school dat wel zo ervaart, is het goed om te achterhalen waardoor dit komt.

Intentie en impact

Er is een onderscheid tussen intentie en impact. Het meest gebruikte scheldwoord op scholen is ‘homo’. Dit is niet altijd negatief bedoeld, maar heeft wel altijd een negatieve impact. Zelfs binnen jongensgroepen: als code om onder elkaar de mannelijkheid te bevestigen ten koste van de gelijkwaardigheid aan vrouwelijkheid.
Leerlingen hebben een schoolloopbaan de tijd om hieraan te werken. Jongens kunnen werken aan emotionele weerbaarheid tegen bepaalde (macho)normen. Alle leerlingen kunnen oefenen met meer empathie voor lhbt-leerlingen. Lhbt-leerlingen kunnen werken aan meer emotionele weerbaarheid. Zo leren alle leerlingen weerstand te bieden aan groepsdruk, onder meer de druk tot lhbt-discriminatie.

Leren van incidenten

Het komt helaas regelmatig voor dat een leerling op school wordt gepest vanwege gedrag dat niet gender-conform is, of vanwege iemands (vermeende) gerichtheid. In het basisonderwijs wordt dit nog vaak door kinderen aan elkaar gelinkt, bijvoorbeeld: Een jongen komt altijd netjes gekleed naar school, en wordt door andere jongens gepest omdat zij hem daarom zien als homo.
Soms gaat dit pesten samen met geweld. Uiteraard wordt zo’n incident eerst zorgvuldig afgehandeld. Daarna is het aan te bevelen dat de school onderzoekt hoe het incident heeft kunnen ontstaan. Hoe kan het beleid van de school verbeterd worden zodat een dergelijk voorval minder snel weer gebeurt. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van een vragenlijst, waarmee duidelijk wordt of de bouwstenen van sociale veiligheid ook voor seksuele diversiteit zijn uitgewerkt.

🏳️‍🌈 Village People Café 🏳️‍🌈

19 december 08:00

Lees hier meer

🏳️‍🌈 Village People Café 🏳️‍🌈

5 december 19:30

Lees hier meer

🏳️‍🌈 Village People Café 🏳️‍🌈

21 november 19:30

Lees hier meer