‘Alle reacties waren megapositief en ik had steun van iedereen, wat ik enorm waardeerde’

Ramon Martinez Gion (1990) speelde in 2006 bij Volleybal Vereniging Harderwijk

‘Ik was zestien toen ik in 2006 bij Volleybal Vereniging Harderwijk (VVH) speelde. Ik heb daar niet echt een coming out gehad, omdat ik vooral niet van aandacht hield en het een nog te grote drempel vond om het te vertellen. Ik wilde er niet een heel ‘ding’ van maken. Ik zag er meer tegenop om het te bespreken met een groep dan mijn homoseksualiteit zelf en de mening daar over van medespelers. Ik wist ook wel dat niemand er echt moeite mee zou hebben: volleyballers zijn in het algemeen wel ‘mee met de tijd’. Ik was ook nog erg voorzichtig. Ik kende zelf niemand die homo was en wist niet echt goed hoe ik er mee moest omgaan naar anderen toe. Ik was altijd wel stil en vooral gesloten over mezelf en over mijn gevoelens en emoties.’

‘Mijn coming out heb ik dus een beetje ontlopen en op een andere manier aangepakt. Destijds bestond Hyves (vergelijkbaar aan Facebook maar Nederlands) en ik was lid van de groep ‘Homojongeren’.  Langzaamaan zagen teamgenoten dat ik daar lid van was. Ze spraken er verder niet echt over. Wel kwamen spelers met vragen over mijn seksualiteit en daar was ik dan altijd eerlijk over. Eigenlijk heb ik nooit een negatieve reactie gehad. Wel spelers die het soms wat eng vonden. Maar dat was meer omdat ze er niet mee bekend waren. Na enige tijd konden ze het volledig accepteren, omdat ze het beter begrepen door mij te leren kennen. Ik heb nooit overwogen te stoppen met volleyballen. Alle reacties waren megapositief en ik had steun van iedereen, wat ik enorm waardeerde.’

‘De meeste steun heb ik destijds kunnen halen uit een teamgenoot waar ik vaak mee in contact was. Ik sprak hem vooral online (chatten met MSN) veel. Hij was de eerste die ik het durfde te vertellen. Hij stond altijd achter me en steunde me met alles dat er op volgde. Zoals de coming out in mijn familie of als ik met mezelf in de knoop zat. Dan kon ik dat altijd bij hem kwijt. En dat kon hij ook bij mij en dat is wat onze vriendschap heel sterk maakte.’

‘Als ik toen vergelijk met hoe het nu gaat, merk ik dat hoe meer ik er zelf open ben, hoe meer anderen om me heen dat ook doen en me benaderen en vragen stellen. Het meeste dat door de jaren heen veranderd is, is hoe open ik ben geworden in het bespreken van seksualiteit. Niet perse mijn eigen seksualiteit maar ook die van anderen. Het blijft (vind ik) altijd een leuk gespreksonderwerp. Vooral naar teamgenoten toe ben ik daar in het meest veranderd. Door transparant te zijn, jezelf open te stellen en meer jezelf te zijn, wordt de sfeer binnen een team ook beter. En dat bevordert de prestaties ook.’

‘Ik vind het dan ook ergens wel jammer ik dat niet veel eerder heb gedaan, maar beter laat dan nooit. Er werd destijds ook minder aandacht aan besteed dan nu. Regenboogacties of -activiteiten waren er niet. Hier en daar een interview en dat was het eigenlijk wel. Daardoor voelde ik me toen altijd wel vaak de ‘enige’. Maar door alle steun om me heen was dat gevoel wel makkelijk te verdragen en hield ik vooral mijn focus op goed volleyballen.’

‘Toen ik verder doorgroeide naar eredivisie-teams bleef mijn seksualiteit online altijd wel een rol spelen. Het lastigste is vooral het spelen en wonen in een ander land. Sommige landen waren anti-homo, zoals Turkije en UAE. Gelukkig zie ik volleybal altijd als werk en kom ik naar een ander land en werkgever om mijn werk zo goed mogelijk uit te voeren. Misschien is het een tikje zwart/wit, maar met mijn autisme is het ook wel makkelijker. Daarbij respecteer ik hoe dan ook altijd het land waar ik woon en begrijp ik cultuurverschillen goed. En ook omdat ik het nooit echt opzocht, heb ik daar ook eigenlijk nooit problemen mee gehad.’

‘Als sporter en gast in een ander land deed het altijd wel wat met me wat betreft de LHBT+-ers die daar vandaan kwamen. Opgroeien in een land en met familie waar je niet jezelf kan zijn, lijkt me een hel. En ik waardeerde daardoor wel altijd weer Nederland meer als ik terug keerde; het is hier nog helemaal niet zo slecht voor ons. Het is dan ook eigenlijk bijna zonde om daar dan niet van te genieten en niet uit de kast te durven komen.’

‘Als je op het punt staat om uit de kast te komen, zoek dan vooral een manier waar jij je het prettigst bij voelt. Natuurlijk blijft het altijd eng en moet je soms een sprongetje wagen. Het is wel belangrijk voor je die sprong waagt, om steun achter de hand te hebben zodat je het niet alleen hoeft te doen. Het kan overweldigend zijn (zowel negatief maar ook positief) en daarbij is het fijn als anderen je een duwtje in de juiste richting kunnen geven en niet alleen doen laten voelen. Als je nog niet op het punt staat om uit de kast te komen, kan dat ook.’

‘Daar is helemaal niks mis mee. Het belangrijkste is dat je eerst jezelf goed in je vel voelt zitten en weet dat je niet alleen bent. Zodra dat allemaal op orde is, moet je aan anderen gaan denken. Iedereen heeft zijn eigen tempo daarbij.’

‘Wat kan een sportvereniging doen om het makkelijker te maken voor deze sporters? Het is lastig om een juiste manier te vinden die voor iedereen werkt. Het is natuurlijk voor iedereen weer anders. Wat ik denk dat een goeie manier kan zijn is om alle leden een soort opleiding te geven in seksualiteit. Je hebt vaak met verschillende generaties te maken en niet iedereen is op de hoogte van hoe het werkt. Belangrijk is ook om steun te uiten voor wie dan ook. En dan vooral de vrijheid te laten aan de sporter om te besluiten die stap te nemen – of niet –  wetend dat wel iedereen achter hem zal staan.’

Meer Verhaal voor jou

‘Tijdens mijn sportcarrière was ik niet zo bezig met wie ik was en hoe ik mij moest voelen’

Frederik de Ruiter (Elspeet, 1969) sportte bij Atletiekvereniging Athlos in Harderwijk toen hij zijn coming out had. Hij woont nu in Amsterdam Ik was vrij laat met mijn coming out, ongeveer rond mijn dertigste. Tijdens mijn sportcarrière was ik niet...

Lees hier meer

Ik kon niet zijn wie ik ben en niet laten zien hoe ik me voel

Daniël Reinbekov (20) uit Uzbekistan, nu in Harderwijk Daniël uit Uzbekistan woont na een omzwerving van een half jaar in Polen, sinds eind augustus 2020 in het AZC in Harderwijk. Daniël: ‘Uzbekistan kun je vergelijken met Rusland. Ik leefde er een geheim en verborgen...

Lees hier meer

‘Wat er in mijn broek zit doet er niet toe’

Casey 21 jaar woont in Rumpt (Transgender, voornaamwoorden hij/hem) Studeert ICT-technologie aan Fontys Eindhoven. Transgender individuen krijgen vaak vele ongemakkelijke en ongepaste vragen toegeworpen. Vragen die niet relevant zijn voor de ondervrager. Wat mijn deadname is of wat er in...

Lees hier meer