COC Nederland is blij met een wetsvoorstel dat hogere straffen stelt op discriminerend geweld. Het initiatiefwetsvoorstel werd op dinsdag 28 juni ingediend door Corinne Ellemeet (GroenLinks) en Gert-Jan Segers (ChristenUnie), zo maken die Kamerleden bekend in de talkshow Op1. Het COC pleit al lang voor zo’n wet.

‘Geweld om wie je bent is niet alleen een klap in je gezicht, maar ook een kras op je ziel’, reageert COC-voorzitter Astrid Oosenbrug. ‘Het is goed dat deze partijen een duidelijk signaal geven: discriminerend geweld is onacceptabel.’

Het wetsvoorstel van Ellemeet en Segers verhoogt de maximale straf op discriminerend geweld met een derde. De rechter kan de hogere straf opleggen als er sprake is van een discriminerend aspect. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als iemand is uitgescholden om diens seksuele oriëntatie, genderidentiteit en huidskleur of als er sprake is van moslimhaat, vrouwenhaat of antisemitisme.

De belofte dat er een wet komt die hogere straffen stelt op discriminerend geweld maakt onderdeel uit van COC’s Regenboog Stembusakkoord. Dat werd in 2021 door tien politieke partijen getekend. Het COC bepleit de wetswijziging samen met organisaties als het Inspraakorgaan Turken in Nederland (IOT), Samenweringsverband van Marokkaanse Nederlanders (SMN), CIDI, Ieder(in), WOMEN Inc, Bi+ Nederland, NNID en TNN.

Ongeveer zeven op de tien LHBTI personen in Nederland krijgen in hun leven te maken met fysiek of verbaal geweld om wie ze zijn. Jaarlijks doen daarvan zo’n 2500 mensen melding of aangifte. Op dit moment worden per jaar maar een stuk of vijf daders veroordeeld voor LHBTI discriminatie. Volgens onderzoek is de gemiddelde straf een boete van 400 euro of 40 uur taakstraf.

In totaal werden er afgelopen jaar 13.502 meldingen en aangiften van discriminatie gedaan. De meeste op grond van herkomst (waaronder huidskleur en migratieachtergrond). Naast LHBTI discriminatie zijn er ook veel meldingen en aangiften van bijvoorbeeld antisemitisme en moslimdiscriminatie.

In 2020 presenteerden GroenLinks en ChristenUnie een eerdere versie van hun wetsvoorstel. Daarin kon de rechter alleen een hogere straf opleggen als discriminatie het uitsluitende motief was voor geweld. Op suggestie van COC en andere organisaties kiezen de indieners nu voor een ‘discriminerend aspect’. Dat betekent dat het delict eenvoudiger kan worden bewezen. Van een discriminerend aspect kan bijvoorbeeld sprake zijn als iemand wordt uitgescholden om diens identiteit.