“Toen je uit de kast kwam, vertelde je dat je ook al ingeschreven stond bij de genderkliniek. Voor ons klonk dat alsof je de week daarna meteen al grote medische ingrepen zou krijgen. Dat was wel heftig.” Ik ben non-binair, en dat betekent dat ik helaas nog vaak met onbegrip te maken krijg. Niet alleen van toevallige voorbijgangers en naamloze reageerders op het internet, maar ook van de mensen die het allerdichtst bij me staan – mijn ouders, bijvoorbeeld. In het afgelopen jaar zijn wij dichter naar elkaar toe gegroeid, maar mijn coming-out was voor ons allemaal moeilijk. Het verliep stroef.
Maar er is ook goed nieuws: het idee dat gender niet binair hoeft te zijn begint in Nederland langzaam maar zeker steeds gewoner te worden. Dat is onder andere te danken aan de groeiende bekendheid van non-binair acteur Thorn Vineyard, die in de film Anne+ een non-binair personage speelt. Samen met diens partner Mandy Woelkens schreef Thorn onlangs het boek FAQ Gender!, een boek vol informatie over genderidentiteiten in al hun verschijningsvormen. Daarmee willen ze alle vragen die ze krijgen voor eens en voor altijd beantwoorden en “de gendergrijze wolken doen vervagen.”
Een perfect boek voor mijn ouders, dacht ik zo. Misschien helpt het ze om me beter te begrijpen, en leer ik op mijn beurt waar hun ongemak vandaan komt. Ik vroeg ze het te lezen, en ging op een regenachtige woensdagmiddag naar ze toe om een broodje kaas met ze te eten en het eens uitgebreid te hebben over genderrollen, wederzijds onbegrip en over wat er allemaal veranderd is sinds mijn coming-out.
Kris: Dag ouders. Hoe vonden jullie het boek?
Ma: Het is een fijn en compact boek, alles wordt er heel duidelijk in uitgelegd, zonder dat het me ging duizelen van alle nieuwe termen en begrippen.
Pa: Dat vond ik ook. Alleen het gedeelte over seks, dat kwam wel erg nadrukkelijk naar voren. Dat was me soms wat veel.
Jullie bedoelen de uitgebreide uitleg over wat voor soorten seks we kunnen hebben?
Ma: Ja. Ik heb over twee manieren gelezen en toen dacht ik: de rest schuif ik maar even door.
Is dat ongemakkelijk om te lezen, over seks?
Ma: Niet per se, maar ik dacht: laat maar zitten. Over dat gedeelte hoefde ik niet te leren, vond ik. Wat jij en je partner allemaal uitspoken hoef ik niet te weten. Dat wil jij ook niet weten over mij en je vader.
Daar heb je gelijk in. Hebben jullie ook andere nieuwe dingen geleerd uit dit boek?
Ma: Jawel. Ik heb geleerd dat er een heel proces aan vooraf gaat voordat iemand zegt: “hé, ik ben non-binair.” Toen jij ons liet weten dat je non-binair bent, voelde het voor ons alsof je dat zomaar ineens had besloten. Het ging voor ons in één keer van nul tot honderd, zeg maar. Daarom hebben we toen op een bepaalde manier gereageerd.
Nu snap ik dat die reactie voor jou niet zo fijn was. Jij dacht toen natuurlijk: dit is mijn lichaam en dit is wat ik voel, waarom accepteren jullie dat niet? Het is ook niet dat we het niet wilden accepteren, maar we snapten het gewoon niet.
Pa: Voor mij voelt dat ook zo. Toen je uit de kast kwam, vertelde je dat je je ook al had ingeschreven bij de genderkliniek enzo. Voor ons klonk dat alsof je de week daarna meteen al grote medische ingrepen zou krijgen. Dat was wel heftig.
Ma: Het was ook moeilijk om te vatten dat je er al een jaar mee bezig was, zonder dat ik het wist. Wij waren altijd heel close. Toen je uit de kast kwam, hebben we gevraagd of je er wel goed over had nagedacht. Nu snap ik dat die opmerking niet zo handig was.
Ik moet zeggen dat ik achteraf wel even heb zitten huilen. Als je hoort dat je kind niet meer is wie je dacht dat die was, is dat best wel wat. Inmiddels zeg ik: “ik heb een kind”, maar dat moest ik wel leren.
We maakten ons ook zorgen om je. Dat bespraken we met elkaar: wat voor problemen zullen er allemaal op diens pad komen?
Zouden jullie nu anders op mijn coming-out reageren?
Ma: Ja, zeker weten.
Pa: In het boek schrijft Mandy: je kunt je ook gewoon proberen te verplaatsen in een ander, en het niet per se proberen te begrijpen. Je hoeft niet altijd overal bewijzen voor te hebben. Als iemand zich zo voelt, dan is dat gewoon zo.
Daar ben ik het helemaal mee eens. Ik kan er nu ook echt niet meer tegen als mensen iets zeggen als: “die voornaamwoorden gebruik ik niet.” Dat vind ik een misplaatst arrogante houding.
Had ik het voor jullie makkelijker kunnen maken?
Pa: Het staat niet expliciet zo in het boek, maar als tip voor iemand die een coming-out plant voor familie of ouders: neem er de tijd voor. Zorg dat er tijd is om erover te praten. Want het kan op dat moment onwijs veel vragen oproepen.
Ma: Ja, dat was voor ons fijner geweest. Je meldde dat je non-binair was op het moment dat jij en je broer op het punt stonden om weg te gaan, waardoor we maar heel kort hadden om het er samen over te hebben. Zoiets is natuurlijk niet hetzelfde als meedelen dat je even een pakkie suiker gaat halen. Voor ons was de term non-binair onbekend, dat je zo kunt leven wisten we niet. Voor jongere generaties spreekt dat misschien voor zich, maar voor ons niet.
Pa: Dan bedoel ik niet dat je de kans wil krijgen om het weer uit iemands hoofd te praten, maar je wil wel een idee krijgen van hoe iemand erbij komt, en wat voor gevolgen het heeft. Dat kost tijd.
Er kwam bij mij veel schaamte kijken bij het uitzoeken van mijn genderidentiteit. Er is nog steeds veel onbegrip over en ik probeerde me dan ook zo klein mogelijk te maken. Het was heel eng om dat aan jullie te gaan vertellen.
Ma: Hadden we iets anders kunnen doen om je dat gevoel niet te geven?
In onze familie zijn genderrollen nogal traditioneel, ik heb me daar nooit thuis bij gevoeld. Dat pas je natuurlijk niet zomaar even aan, maar als die er niet zo waren geweest, was het wel makkelijker gegaan.
Pa: Wat dat betreft snap ik nu dat het voor jou een worsteling is geweest. Dat je het wel wist, maar dat je normaal wilde zijn.
Ma: “Normaal” tussen aanhalingstekens.
Pa: Precies. Dat je het daarom bleef ontkennen en in die worsteling bleef hangen. Nu ik dat begrijp, kijk ik er wel anders op terug.
Ma: In het boek zeggen Thorn en Mandy dat je een kind de keuze moet geven. Je moet een kind allebei de kanten van de samenleving willen geven. Zo was dat ergens ook wel bij ons, vroeger. Je zus was altijd echt een meisje. Maar over jouw kleding kreeg ik vaak de vraag: heeft Kris dat zelf uitgezocht? Je droeg dan bijvoorbeeld een rode broek met een oranje shirt. Het was niet per se jongenskleding, maar ik dacht wel vaak: mijn god Kris, wat heb je nu weer aan. Maar dat maakte me nooit uit. Als je dat wil, doe je dat maar lekker. Wat dat betreft is er eigenlijk niets veranderd.
Bron: Vice