Terug naar begin » non-binair

Categorie: non-binair

‘Ik ben het allemaal tegelijk: trans, zwart, chubby, vrouwelijk én mannelijk’

Hayden (21) woont in Amsterdam Zuidoost
(non-binair transman genderqueer, voornaamwoorden hij/hem)

 

Hayden doet een reïntegratieprogramma bij de Gemeente Amsterdam om in september weer terug te kunnen naar school, na een onderbreking.

‘Op mijn zeventiende ging ik me afvragen of wat ik zag in de spiegel paste bij wat ik voelde, en dat werd een hele speurtocht. Ik kwam erachter dat ik een non-binaire genderqueer ben. Dat gaf zo’n vrijheid. Het is prima om vrouwelijk en mannelijk te zijn in een zwart trans lichaam. Alles verandert voortdurend, maar nu ben ik blij dat ik kan zeggen dat ik het allemaal tegelijk ben: trans, zwart, chubby, vrouwelijk en mannelijk. Ik vind het belangrijk uit te stralen dat trans mannen ook vrouwelijkheid mogen uitstralen, ik vind dat je dat te weinig ziet.’

‘Ik zou willen dat er veel meer representatie is van trans mensen in alle kleuren en vormen’

Lucas (20) woont bij zijn ouders in Assen en Coevoerden

(man, voornaamwoorden hij/hem)
Lucas studeert aan de Pabo.

‘Ik ging al jong nadenken over wat het betekende man of vrouw te zijn. Ik voelde mij nooit helemaal in deze beelden passen. Pas op mijn 18e wist ik het zeker, ik ben een man. En na uit de kast gekomen te zijn, heb ik nooit meer teruggekeken. Mijn pastoor zei toen dat hij zich vereerd zou voelen om mij opnieuw te dopen, met mijn nieuwe, correcte naam. Ik zou willen dat er veel meer representatie is van trans mensen in alle kleuren en vormen. Daar heb ik zelf naar gezocht toen ik jonger was en ik ben trots daar nu deel van uit te kunnen maken.’

‘Als non-binair koppel begrijpen we elkaar’

Soof (21) woont in Amsterdam

(non-binair, voornaamwoorden hen/hun, die/diens)

Studeert aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding, werkt daarnaast in een restaurant.

‘Ik voel me mijn hele leven niet helemaal een meisje, maar ik paste ook niet per se in het hokje ‘jongen’. Online was er niet veel over te vinden, dat ging meer over trans dan over non-binair. Een vriendin van Chris vroeg of we op de foto wilden gaan. Nou vond ik het natuurlijk leuk om een mooie foto van ons tweeën te hebben, maar ik vind het ook fijn om mee te werken aan meer representatie van non-binaire stellen. Om te laten zien: alles kan; alles mag.’

Chris (24) uit Lage Zwaluwe, gaat verhuizen naar Rotterdam
(genderfluïde, voornaamwoorden hem/haar/hen/hun)

Chris is afgestudeerd aan de Arnhemse dansacademie als docent dans voor mensen met een beperking. Doet nu hbo Verpleegkunde in Den Haag en werkt in een verzorgingstehuis.

‘Ik was niet heel bewust bezig met mijn gender, maar ik geloof dat ik me nooit volledig vrouw heb gevoeld. Sinds mijn relatie met Soof, die hier wel mee bezig was, ben ik er eens veel over gaan praten, en ontdekte ik: ik voel me toch echt anders dan compleet een cis-vrouw. Als non-binair koppel begrijpen we elkaar. Samen leren over wie we willen zijn als koppel en individu voelt bevrijdend.’

‘Wat er in mijn broek zit doet er niet toe’

Casey 21 jaar woont in Rumpt
(Transgender, voornaamwoorden hij/hem)

Studeert ICT-technologie aan Fontys Eindhoven.

Transgender individuen krijgen vaak vele ongemakkelijke en ongepaste vragen toegeworpen. Vragen die niet relevant zijn voor de ondervrager. Wat mijn deadname is of wat er in mijn broek zit doet er niet toe. Ik ben wie ik ben en verder doet het er weinig toe.

‘Je hoeft je niet vrouwelijk te gedragen omdat je gay bent’

Junior (20) woont in Rotterdam
(gay man, voornaamwoorden hij/hem)

Junior is leerling-verpleegkundige, loopt stage en werkt in een verzorgingstehuis.

‘Ik identificeer me niet met een ander geslacht dan waarmee ik ben geboren. Ik deed mee aan deze fotoserie omdat ik open sta voor nieuwe ervaringen. Ik ben gay, en ik vind dat je je niet vrouwelijk hoeft te gedragen omdat je gay bent. Ik hou van sporten, van voetbal. Ik haat shoppen en make up en ik hou totaal niet van dansen.’

‘Twijfelen in een transitie voelt als een taboe’

Kai (18 jaar) woont in Leeuwarden
(transgender, voornaamwoorden die/diens, hen/hun, hij/hem)

Werk: Verkoopmedewerker bij de Jack and Jones

Studie: Tweedegraads Lerarenopleiding Wiskunde

Mensen verwachten vaak dat je meteen alles op orde hebt als je uit de kast komt, dat je alles zeker weet. Laat ik die illusie in ieder geval even verbreken, want we vergeten vaak dat ook twijfelen bij een transitie hoort. En met ‘we’ bedoel ik dan ook iedereen. Niet alleen cisgender personen, of alleen transgender personen, maar iedereen. En dat is iets wat moet veranderen.

Toen ik begon aan mijn transitie, wist ik niet zeker of ik testosteron wilde gaan gebruiken. Als masculien transgender persoon, voel ik mij geen man. Ik had wel het idee dat testosteron mij kon helpen met mij beter te voelen, dus ik ben er uiteindelijk wel mee begonnen. Ik voelde me fijner in mijn lichaam, werd gelukkiger. Toen na een tijd mijn dosis omhoog ging, gingen daartegen in mijn lichaam én hoofd alle alarmbellen af. Dit was niet wat ik wilde, dit is niet wie ik ben. Mijn dosis ging dus omlaag, wat een tijd goed ging, maar ook toen: ‘Dit voelt niet goed’. Dus ik ben gestopt met hormonen, volledig. Elke dag twijfel ik nog wel eens of ik toch weer niet wil beginnen, en misschien komt die dag wel weer. En dat is voor mij oké.

Twijfelen in een transitie voelt als een taboe, alsof wij alles meteen zeker moeten weten. Maar twijfel hoort bij het leven, onze zoektocht naar onszelf. Het is normaal om te twijfelen, om iets niet zeker te weten. Alleen hebben we soms die reminder even nodig. Bij deze.

‘Ik kan nu mezelf zijn, zonder onderdrukking van cultuur, politiek en religie’

Nour (30) komt uit Syrië, woont 6 jaar in Harderwijk

(panseksueel, non-binair, alle voornaamwoorden)

 

 

‘Ik houd eigenlijk helemaal niet van labels. Ik voel me non-binair, niet man en niet vrouw. Al op m’n 13e wist ik al dat ik niet straight was. Daar schrok ik van. Voordat ik mijn ex tegenkwam dacht ik altijd dat ik lesbisch was. Viel meer op meisjes en ging veel met vrouwen om. Maar m’n eerste relatie die een paar jaar duurde, was met een man. Hij is inmiddels mijn ex-man en was ook panseksueel.’

‘We zijn voor de islam getrouwd en dat was vooral voor mijn familie belangrijk. Ik was toen 23 jaar. Het was in die tijd heel onrustig in Syrië en het land was in oorlog. Mijn ex en ik werkten vanuit de universiteit in Aleppo in de oppositie. We organiseerden demonstraties en maakten een magazine tegen de regering. En we kwamen op voor de rechten voor vrouwen en lhbtiq’ers. Tot ik op een dag werd opgepakt. Het was daarna niet veilig meer voor me en daarom vluchtten we naar Turkije. Maar ik kon daar m’n studie niet afmaken, dus gingen we in 2016 naar Nederland, zodat ik mijn master kon halen. Hoewel weggaan uit Syrie een heel grote stap voor me was, betekende het ook dat ik me écht kon focussen op gender en feminisme. Dat was essentieel voor me. Opgroeien in zo’n conservatieve cultuur met strenge regels, maakte dat ik m’n rechten terug wilde krijgen.’

‘Mijn ouders, broer en zussen weten -nu nog steeds- helemaal niks van mijn panseksueel en non-binair zijn. Dat kan niet in Syrië. Lhbtiq bestaat daar niet denken mensen. Het mag ook absoluut niet van de Islam dus niemand is uit de kast. Via de stichting waar ik voor werkte, kende ik wel wat lhbtiq’ers, maar het was echt niet open. Mijn ouders weten dat ik opkom voor mensenrechten, maar dat is het wel.’

‘In freedom of gender kan ik alles zijn: mannelijk én vrouwelijk, zonder dat de maatschappij dat raar vindt of daarover oordeelt. De lhbtiq is mijn gekozen family en ik heb de goedkeuring van mijn biologische familie daarin niet nodig. Ik ben blij dat ik nu uit de kast ben. Ik kan trots zijn en mezelf zijn zonder onderdrukking van traditie, cultuur, politiek of religie.’

‘Ik vind ‘Elvira’ non-binair genoeg’

Elvira (16) woont op de Veluwe
(panseksueel en non-binair, voornaamwoorden die/hen)

 

Elvira zit in 4 havo.
‘M’n ouders weten vooral dat ik op vrouwen val, en dat vinden ze niet erg. Verder vinden ze het allemaal best ingewikkeld. Op dit moment heb ik een vriend, dus dat is best verwarrend voor ze. Maar ze zijn wel heel accepterend. Ik heb twee ooms die gay zijn en dat vinden ze ook prima. Dat is heel fijn.’

‘Ik was 11 toen ik over m’n gender ging twijfelen, maar ik kon daar toen nog geen label op plakken. Op m’n 12e gingen m’n gedachten vooral over m’n seksualiteit. Ik mocht van mezelf niet gay zijn, dus dat heb ik tot m’n 15e voor mezelf gehouden; gewoon niet aan gedacht. Toen dacht ik: fuck it, ik hou ook gewoon van vrouwen en heb ik het aan mensen verteld. Het boeide eigenlijk niemand, gelukkig. Sinds een half jaar ben ik erachter dat ik non-binair ben. Maar ik wil geen andere naam. Ik vind Elvira prima, en non-binair genoeg.’

‘Ik ben panseksueel, wat betekent dat ik op iedereen kan vallen, ongeacht welk geslacht diegene heeft. Ik word verliefd op een persoonlijkheid en niet op een gender. Ik was best bang voor wat m’n vrienden daarvan zouden vinden. Had in m’n hoofd dat ik perfect moest zijn, maar toen ik het vertelde was het helemaal geen issue. Ik kon gewoon doen waar ik blij van word, dat is heel fijn.’
‘Mijn ouders weten pas sinds vorig jaar dat ik panseksueel ben. Na de allereerste keer dat ik bij Village People ben geweest heb ik ze het meteen verteld. Ze zeiden: ‘oke’. Was helemaal geen ding eigenlijk. Mijn bij geboorte als meisje aangemerkte ‘zus’, Sky, is genderfluïde, dus m’n ouders zijn wel wat gewend. Ze snappen het allemaal niet helemaal
maar ze doen wel hun best.’

‘Ik voel me veilig, ben heel gelukkig en blij dat ik mag zijn wie ik ben. Ik heb geluk dat ik in Nederland leef. Mezelf zijn en dat andere mensen zich niet bemoeien met mijn gender, dat is voor mij vrijheid van gender. Ze hoeven niet te weten wat er in m’n broek zit; iedereen mag zijn wie die wil zijn.’

Foto: Carla Kogelman, ‘Freedom of gender’.
Tekst: Mariëtte Raap | De Schrijffabriek

‘Nadat ik het verteld had, hingen m’n ouders de regenboogvlag uit’

Jolien (14) woont in Zeewolde
(non-binair, lesbisch en demi-seksueel, voornaamwoorden die/hen/hun)

 

Jolien zit in 4 havo.
‘Demi-seksueel is dat je geen seksuele aantrekking voelt en geen romantische relatie hebt met een persoon. Ik heb wel vriendschappen, maar heb niet de behoefte aan seks of zoenen. In tegenstelling tot aseksueel kan het bij demi-seksueel wel komen in een romantische relatie. Ik sluit het dus niet uit.’
‘Afgelopen jaar ben ik erachter gekomen dat ik anders ben. Ik realiseerde me dat ik geen vrouw wilde zijn, maar als ik naar jongens keek, realiseerde ik me dat ik dat ook niet wilde zijn. Toen dacht ik: misschien ben ik allebei, maar dat was het ook niet. Tot ik de term non-binair hoorde. Toen dacht ik: dat is het!’

‘Ik ben mij m’n geboorte aangemerkt als vrouw. Daar was ik eigenlijk nooit mee bezig, tot vorig jaar. Ik voelde me anders dan de meiden op school. Daar kon ik gelukkig goed met mijn vrienden en m’n nicht over praten.’
‘Ik heb best lang nagedacht over of ik het m’n ouders moest vertellen en over hoe ze zouden reageren. Pas na een maand of vijf durfde ik het te vertellen, dat was begin dit jaar. Ze vonden het heftig, maar accepteren het wel. Het liefste had ik gewild dat ik het ze niet had hoeven te vertellen. Dat ze het gewoon al wisten. Maar toen ik het eenmaal gezegd had, gingen ze meteen aan boord en hingen de regenboogvlag uit.’

‘M’n ouders hebben me Jolien genoemd, maar m’n vrienden noemen me Jo. Dat is makkelijker en dan weten ze ook gelijk dat ik non-binair ben. M’n familie noemt me wel Jolien, daar heb ik ook geen problemen mee
want dat zijn ze gewend.’
‘Ik ben gelukkig in wie ik ben en ik kan zijn wie ik ben. Freedom of gender is dat iedereen mag zijn hoe die zich voelt. En dat moet de rest van de wereld maar gewoon accepteren.’

Foto: Carla Kogelman, ‘Freedom of gender’.
Tekst: Mariëtte Raap | De Schrijffabriek