Terug naar begin » lhbti

Tag: lhbti

Grondwet-verbod op discriminatie vanwege geaardheid

Een ruime meerderheid van de Eerste Kamer is voor een grondwetswijziging die discriminatie op grond van handicap of seksuele gerichtheid expliciet verbiedt. Een initiatiefvoorstel van D66, GroenLinks en PvdA werd met 58 tegen 15 stemmen aangenomen.

Nu wordt in artikel 1 van de Grondwet discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook verboden. De initiatiefnemers willen dat in dat rijtje ook handicap en seksuele gerichtheid worden verankerd.

De PVV, SGP en de fractie Van Pareren (die zich heeft aangesloten bij JA21) stemden tegen. Forum voor Democratie was niet bij de stemming aanwezig.

Om de Grondwet daadwerkelijk te wijzigen moet hetzelfde voorstel na de verkiezingen van 17 maart nog een keer goedgekeurd worden door zowel de Tweede als de Eerste Kamer. Dan is wel een tweederdemeerderheid nodig.

De kans daarop is groot, want er is brede steun aan beide zijden van het Binnenhof. Bovendien verandert de samenstelling van de senaat niet na de Tweede Kamerverkiezingen.

Overwinning

Belangenbehartiger COC noemt de uitslag van de stemming een grote overwinning voor lhbti-personen. Het nadrukkelijk benoemen van seksuele gerichtheid in het grondwetsartikel ziet het COC als een betere waarborg tegen discriminatie.

Voorzitter Astrid Oosenbrug ziet het als “een opdracht om te bevorderen dat de regering bijvoorbeeld het geweld tegen lhbti-personen aanpakt”.

Bron: NOS

Wat de gemeente kan doen aan een sterkere positie van christelijke lhbti’ers

De Nashville-verklaring leidde in 2019 tot veel discussie in de media en binnen geloofsgemeenschappen. Onlangs ontstond er commotie in de media nadat minister Slob omstreden uitspraken deed over religieuze scholen en homoseksualiteit. Wat weten we over christelijke LHBTI’s? En wat kun je als gemeente doen?

Charlot Pierik, projectleider Regenboogsteden Movisie en onderzoeker René Broekroelofs onderzochten wat werkt in literatuur en wat werkt in de praktijk. Pierik: ‘Belangrijk is dat het gesprek gevoerd wordt op alle niveaus. Een gemeente kan stimuleren en faciliteren. Maak vooral gebruik van de materialen en de expertise van de organisaties die er zijn!’

💡Een nieuwe handreiking van Movisie en LCC Plus Projecten biedt concrete handvatten om de positie en acceptatie van christelijke LHBTI’s te versterken. Aangevuld met praktijkvoorbeelden van bestaande initiatieven. 

Download handreiking

De gevolgen van negatieve opvattingen

De effecten van negatieve opvattingen binnen de christelijke geloofsgemeenschap over lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgender personen en mensen met een intersekse ervaring (LHBTI’s) zijn niet onschuldig. Zulke negatieve opvattingen uit de omgeving hebben invloed op het welzijn en de gezondheid van christelijke LHBTI’s:

  • (Zelf)acceptatie: gelovige jongeren (onder de 25 jaar) hebben meer moeite met het accepteren van hun seksuele voorkeur dan jongeren die niet geloven.
  • Eenzaamheid: als LHBTI-gevoelens taboe zijn in de christelijke gemeenschap kan dit leiden tot eenzaamheid.
  • Suïcide: uit onderzoek van het SCP (2010) blijkt dat LHBTI-jongeren met een religieuze achtergrond vaker suïcidaliteit rapporteren dan LHBTI-jongeren zonder religieuze achtergrond.

Suïcidepreventie: Vermoed je gevoelens of gedachten van zelfmoord bij een cliënt? Wacht niet en schakel hulp in. Neem contact op met 113 zelfmoordpreventie. Jongeren die stoeien met hun gender- en/of seksuele diversiteit kunnen hulp en ervaringsverhalen vinden op iedereenisanders.nl  of holybe.nl.

  • Conversie-therapie: Dit wordt ook wel ‘homogenezingstherapie’ genoemd. Ongeveer drie tot vijf procent van de christelijke LHBTI’s heeft te maken gehad met enige vorm van homogenezingstherapie of verwante activiteiten. Ervaringsdeskundigen geven aan dat conversie-therapie behoorlijke gevolgen heeft voor het welzijn. Denk hierbij aan periodes met depressies, suïcidale gedachten of vereenzaming. Professionals spreken dan ook wel eens van een religieus trauma.

Uit onderzoek blijkt dat het percentage mensen met een christelijke achtergrond die negatieve opvattingen heeft over LHBTI-personen groter is dan bij mensen met een niet-religieuze achtergrond. Sommige christelijke LHBTI’s bevinden zich in een extra kwetsbare positie. Hieronder vallen LHBTI-jongeren, christelijke transgender personen en LHBTI’s die op latere leeftijd uit de kast komen.

 

 

In deze video vertelt Noud Fortuin zijn verhaal. Hij is opgegroeid in een protestants-christelijk gezin en wil als transgender de kerk van binnenuit veranderen. In een vijfdelige videoreeks ‘Stories of Belonging’ laat Nieuw Wij zien hoe vijf jongeren op eigen en vaak verrassende wijze hun identiteit vormgeven.

 ‘We kennen geen homo’s’

Er zijn een aantal belemmeringen in het bespreekbaar maken van LHBTI-acceptatie binnen christelijke kringen. Zoals de ontkenning van het bestaan van christelijke LHBTI’s bijvoorbeeld: ‘Onze kerk kent geen homo’s’. Dat homoseksualiteit als zonde wordt gezien of dat christelijke ouders niet goed weten hoe zij met de situatie om moeten gaan wanneer hun kind uit de kast komt.

Scheiding kerk en staat

Gemeenten aarzelen soms. Kerk en staat dienen gescheiden te zijn. Het kan zijn dat je het als gemeente niet als taak ziet om voor christelijke LHBTI’s beleid te ontwikkelen. Of je bent bang in te breken in de kerkelijke sfeer. Toch is het goed mogelijk wanneer je een objectieve en faciliterende rol inneemt volgens Pierik. ‘Zo kan jouw gemeente helpen om de positie christelijke LHBTI’s te versterken, zonder inbreuk te doen op de geloofsinhoud of kerkelijke sfeer.’

Wat kan de gemeente doen?

Om de positie- en acceptatie van christelijke LHBTI’s te verbeteren kan een gemeente:
kerken en organisaties stimuleren en faciliteren om het onderwerp bespreekbaar te maken. Dat kan door:

  • Het organiseren van gemeentelijke activiteiten en het ontwikkelen van beleid
  • Het stimuleren en ondersteunen van de dialoog met en in kerkelijke gemeenten of onderwijs
  • Het stimuleren en ondersteunen van informatievoorziening en hulp
  • Het stimuleren en ondersteunen van (ontmoetings)activiteiten voor christelijke LHBTI’s

‘Ik heb niets tegen homo’s, maar ze moeten wel normaal doen’

“Ik heb niets tegen homo’s, maar ze moeten wel normaal doen.” Dit citaat van iemand die een homo heeft mishandeld, geeft in een notendop antwoord op de eerste vraag uit de kop boven dit artikel. Namelijk dat lhbti’ers door het overgrote deel van de bevolking worden geaccepteerd, behalve als ze het expliciet uitdragen.

Een transgenderstel dat noodgedwongen verhuist na mishandeling en maandenlange pesterijen. De invoering van een discriminatieknop bij taxidienst Uber, nadat een chauffeur een dragqueen had geweigerd in zijn auto. Het gebeurde in de week van Pride Amsterdam, met vandaag het hoogtepunt, de Canal Parade.

Wat drijft mensen om lhbti’ers te mishandelen of discrimineren en hoe vaak gebeurt zoiets?

Als het gaat om geweld tegen homo’s en lesbiennes dan zijn de daders vooral groepjes jonge mannen. Het geweld vindt vaak plaats als zij aan het stappen zijn en drank op hebben, zeggen deskundigen.

Ik ben geen homofoob – dat is opvallend genoeg wat de meeste daders benadrukten.

Laurens Buijs, sociaalwetenschapper aan de UvA

Onderzoeker Laurens Buijs sprak met zeker twintig daders van anti-homogeweld in Amsterdam en bestudeerde nog eens tientallen politiedossiers. “Ik ben geen homofoob – dat is opvallend genoeg wat de meesten benadrukten”, zegt de onderzoeker van de UvA.

Buijs vroeg waarom ze het slachtoffer dan in elkaar hadden geslagen. “Dan kwamen de verhalen: die homo keek vies naar me. Of: hij gedroeg zich niet als een echte man.”

Hun traditionele mannelijkheid was voor de daders die de onderzoeker sprak zo’n beetje het belangrijkste wat ze hadden. Ze hingen veelal rond op straat en waren al vroeg in aanraking met justitie of hulpinstanties gekomen. “Ze speelden vaak de slachtofferrol: de samenleving moet ons niet.”

Straatcultuur

In zijn onderzoek uit 2009 concludeerde Buijs dat ruim een derde van de verdachten van anti-homo-geweld in Amsterdam autochtoon was. Ongeveer hetzelfde percentage van de verdachten was van Marokkaanse afkomst.

“Je zag dat verdachten van Marokkaanse afkomst relatief oververtegenwoordigd waren. Dat wordt heel snel toegeschreven aan de islam, maar die link is slecht te leggen”, zegt de sociaalwetenschapper. “Het is meer toe te schrijven aan straatcultuur. Waar mensen vaak weinig met religie hebben, maar waar juist mannelijkheidsproblemen spelen.”

De politie gebruikte de resultaten van Buijs’ onderzoek in 2013 in een rapportover anti-homogeweld in Nederland. Buijs: “Ik zou het onderzoek graag willen herhalen, want het is alweer tien jaar geleden.”

‘Ik wil meedoen’

Als het gaat om geweld tegen lesbiennes dan zijn de daders daarentegen vooral mannen die zich juist buitengesloten voelen. “Als die twee vrouwen zien zoenen dan roepen ze dingen als: ik wil meedoen”, zegt Hanneke Felten van onderzoeksbureau Movisie, die samen met een collega zo’n 25 slachtoffers heeft geïnterviewd.

De statistieken wijzen op een recente daling in anti-homo-geweld. De politie registreerde vorig jaar 189 incidenten tegenover 239 in 2017. Ook het aantal meldingen van discriminatie vanwege seksuele geaardheid is gedaald.

NOS, BRON POLITIE
 

Maar belangenorganisatie COC zegt zich niet te kunnen vinden in deze cijfers. Het werkelijke aantal gevallen van discriminatie ligt volgens het COC veel hoger, maar slachtoffers zouden het minder vaak melden. Bovendien passen lhbti’ers hun gedrag aan om gevaarlijke situaties te voorkomen.

“We denken heel bewust na over waar we de auto parkeren”, zeiden dragqueens Amy en Victoria eerder deze week tegen de NOS. Ze gaan bijvoorbeeld liever niet met make-up, pruik en jurk over straat.

Geweld tegen transgenders en drags loopt sneller uit de hand dan bij andere lhbti’ers, viel Buijs op tijdens zijn onderzoek. “Het is extremer en excessiever. Die agressie wordt aangejaagd door een kortsluiting die als het ware ontstaat bij de dader.” Omdat het slachtoffer zo enorm afwijkt van de traditionele genderhokjes: man of vrouw.

Bedreiging

Schrikken van het onbekende, dat is het achterliggende psychologische mechanisme. Als je niet gewend bent aan mannen in vrouwenkleding, intimiteit tussen twee vrouwen of mensen die geen duidelijke sekse hebben, dan valt zoiets in het openbaar meteen op. En dat kan voor een deel van de samenleving als een bedreiging overkomen, zegt de onderzoeker.

In een vorig jaar verschenen SCP-rapport staat dat Nederlanders steeds positiever zijn over homoseksualiteit en genderdiversiteit. Met als kanttekening dat een derde van de bevolking liever bijvoorbeeld niet twee mannen ziet zoenen in het openbaar.

Dat laat volgens gedragspsycholoog Buijs glashelder zien dat deze onderbuikgevoelens wijdverspreid zijn. “De heteronorm van een man die een vrouw moet versieren zit nog zo diep verankerd in ons denken. We overschatten soms de invloed van de moderne tijd.”

Bron: nos.nl