Terug naar begin » religie

Categorie: religie

Ik ben van Turkse afkomst, moslim én queer

Gazi Duran (30) uit Harderwijk/Amersfoort

Gazi is queer en bestuurslid van Stichting Maruf, die zich inzet voor lhbtimoslimjongeren. Gazi: ‘Uit de kast komen was voor mij een lang en zwaar proces. De samenkomst van mijn verschillende identiteiten gaf me extra druk. Ik ben van Turkse afkomst, moslim én queer. Enerzijds was ik bezig met het ontdekken van mijn lijf en gevoelens, anderzijds met het zoeken naar waar ik vandaan kwam. Kan ik nog wel moslim zijn en ben ik wel Nederlands genoeg? 15 Jaar geleden was internet nog niet zo groot. Je kon weinig informatie vinden, er was geen voorlichting op school en er waren amper rolmodellen zichtbaar. Het homohuwelijk was pas sinds een paar jaar daarvoor mogelijk. Het was ook een tijd waarin antipathie tegen moslims en immigranten steeds openlijker werd geuit.
De samenkomst van homofobie en islamofobie zorgde bij mij voor een verlamming van binnenuit. Ik wist niet wie ik was en wie ik mocht zijn. Ik kwam uit angst uit de kast, maar werd gepest, mishandeld en buitengesloten. School was onveilig. Homo zijn bestond er niet. Ik dacht dat ik nooit gelukkig kon worden. Gelukkig had ik lieve vrienden en familie om me heen, die me door alle ongelukkige momenten heen trokken. Maar ik had liever gehad dat ik de kracht en kennis op school kon vinden, dat ik wist wie ik was, voordat ik mezelf leerde verdedigen. Nu gaat het erg goed met me. Ik heb mijn school afgemaakt en heb een fijne baan.’

Dit verhaal komt uit het Boekje ‘Out & Proud op de Veluwe’, gemaakt door Village People ter gelegenheid van Coming Out dag 2020.
Foto: Karin Huijzendveld.

Ook in een christelijke en gelovige omgeving kun je jezelf zijn!

(Anoniem)

Ik ben er in 2018 voor uitgekomen dat ik transgender ben. In mijn omgeving en op mijn werk zijn er veel mensen met een kerkelijke achtergrond, waardoor dit best wel heel spannend was. Ik had dan ook al meerdere sollicitatiebrieven klaar staan voor het geval dat…

Gelukkig was de reactie van mijn directe leidinggevende echt heel fijn en heb ik samen met hem kunnen uitzoeken op welke manier mijn transitie binnen het bedrijf vorm kon krijgen en waar we rekening mee moesten houden. Omdat ik als verpleegkundige werk op een groep met 16 bewoners die mentaal nog goed zijn, was dit even zoeken naar de juiste balans.

Ik ben begonnen met het individueel inlichten van mijn collega’s, die er goed op reageerden. De opmerking die vooral vanuit de kerkelijke collega’s was, was dat zij geloven dat God je maakt zoals je bent en dat dat goed is. De verdere teams in de buurt heb ik ingelicht via een mail waarin ik kort heb toegelicht wat er speelde.

Op 1 persoon na heb ik daar ook overal fijne reacties op gehad. De laatste stap was de bewoners op de groep waar ik werkte. Ook daar zaten een hoop mensen tussen die streng gelovig zijn, en dan vanuit vroeger gezien niet bekend zijn met transgender zijn en wat dit inhoudt. Samen met mijn leidinggevende heb ik ze uitgelegd wat het inhoudt en wat het voor hun zou veranderen, en ook daar hele fijne reacties op mijn coming out gehad.

Inmiddels ben ik twee jaar verder, bijna 8 maanden aan de hormonen en heb ik al aardig wat fysieke veranderingen gehad in de vorm van een zwaardere stem, lichte baardgroei en een mannelijker gezicht. Mijn borstoperatie komt eraan en collega’s en bewoners leven heel erg mee.

Kortom… in een christelijk/gelovige omgeving is het ook zeker mogelijk om jezelf te zijn 😃

Mijn seksualiteit was een zoektocht met pijn, maar ook met liefde en acceptatie

Ik ben Anna, vrouw, 24 jaar oud en biseksueel. Rond mijn 15e ontdekte ik dat ik ‘anders’ was. De omgeving waarin ik opgroeide was heel streng christelijk. Homoseksualiteit en alles in die richting werd beschouwd als een zonde. Homoseksuele gevoelens, daar kon je misschien niets aan doen, maar je mocht het absoluut niet praktiseren. De norm was dat jongens op meiden vielen, en andersom. In de praktijk, op school en onder andere christelijke vrienden, werd bijna nooit over homoseksualiteit gepraat.

Vandaar dat ik vaak dacht dat ik was. Mijn vriendinnen begonnen te experimenteren met jongens en vertelden enthousiaste verhalen. Ik herkende dat totaal niet. Ik was helemaal niet geïnteresseerd in jongens. Ik keek daarentegen wel graag naar meisjes en er zat een meisje in mijn klas waar ik veel aan moest denken en op de een of andere manier moeite had om tegen te praten. Achteraf gezien was dat mijn eerste verliefdheid, maar dat besefte ik me niet; dat kwam niet eens in me op. Een jaar later leerde ik een jongen kennen die openbaar homoseksueel was op onze zwaar christelijke school. Bij mijn bijbaan had ik een collega die openbaar lesbisch was. Het begon langzaam bij mij te dagen dat ik misschien wel op vrouwen viel. Ik heb het een tijd voor me gehouden. Ik was bang voor de reacties in mijn christelijke omgeving, die allemaal tegen homoseksualiteit waren. Ik wist zelf niet eens of ik het wel wilde praktiseren, want zelf was en ben ik nog steeds gelovig.

Daarnaast was ik bang dat mijn vriendinnen niets meer met me te maken wilden hebben, omdat ze bang zouden worden ik dat ik verliefd op ze zou zijn. Uiteindelijk vertelde ik het aan mijn beste vriendin. Haar reactie was fijner dan ik ooit had durven hopen: “Dat is geen verrassing, ik dacht al zoiets.” Ze vond het zelfs alleen maar leuk. Ook door andere vrienden voelde ik me geaccepteerd en ook bij hen bleek mijn angst onterecht. De reactie van mijn ouders was minder fijn: “Je kunt er niets aan doen, maar we staan er niet achter als je een vriendin krijgt. Zij zal niet bij ons welkom zijn en we komen niet bij jullie over de vloer.”

Door reactie van mijn ouders bleef ik lang single. Ik experimenteerde zelfs wat met mannen, in de hoop dat ik mij vergist had en me toch aangetrokken zou voelen tot mannen en ging zelfs een korte relatie aan, met in mijn hoofd het droombeeld van huisje, boompje, beestje. Ik zorgde altijd dat ik flink wat drankjes op had, voordat ik het bed met een man deelde. Dit leidde tot een serie negatieve ervaringen, omdat ik ondanks mijn afkeer veel verder ging dan ik wilde met mannen die niet goed voor me waren. Mijn vragen over mijn eigen seksualiteit werden steeds groter. Ben ik lesbisch, bi, hetero? Lag mijn afkeer aan het mannenlichaam, of aan het type man waarmee ik steeds het bed deelde? Ik had geen idee. Mijn kennissenkring breidde uit en ik leerde een aantal bi- en lesbische meiden kennen. Ik ontdekte dat de ervaringen die ik had met vrouwen zo veel anders waren. Veel fijner, veel mooier. Het vrouwenlichaam vond ik ook veel mooier. Ik dacht er voor mezelf achter te zijn dat ik toch echt lesbisch was. De relatie met mijn ouders had ik op een heel laag pitje gezet: ik zag hen zelden tot nooit en ik ging niet meer naar de kerk. Ik liet de mannen links liggen en ik voelde me goed. Ik leerde nieuwe mensen kennen en homoseksualiteit was in mijn omgeving opeens normaal. Ondanks de acceptatie van mijn eerdere vriendengroep, was het een verademing dat het normaal gevonden werd en niet alleen geaccepteerd.

Tot ik iets meer dan 2 jaar geleden mijn huidige vriend tegenkwam. Hij maakte deel uit van een vriendengroep waar ik bij aansloot via een meisje waar ik casual ‘contact’ mee had. We hadden een wilde zomer en ik vond hem erg leuk. Hij mij ook, en dat liet hij duidelijk merken. Van mijn kant gaf ik duidelijk aan dat het niet meer dan leuk was; ik viel immers op vrouwen. Meer dan vriendschap zou het nooit worden. Wel merkte ik dat ik het heel fijn vond om tegen hem aan te zitten en steeds dicht bij hem wilde zijn. We zagen elkaar bijna elke dag. Vanuit mijn omgeving kreeg ik vragen of ik soms verliefd was op iemand, omdat ik liep te stralen. Ik was daar verbaasd over en lachte het weg: Op wie zou ik in vredesnaam verliefd moeten zijn? Ik liep op dat moment wel met dat meisje, maar dat was casual. Het duurde een tijdje voordat het bij mij begon te dagen dat ik inderdaad verliefd was. Ik dacht constant aan hem, ik wilde constant bij hem zijn, ik droomde over hem. Ik was verliefd op een man. No way! Ik kwam daar voorzichtig voor uit. Eerst tegenover hem, later tegenover de rest van de wereld.

Een pluspunt was mijn relatie met mijn ouders. Ondanks dat mijn vriend een behoorlijk verleden had en ik verwachtte dat zij hem af zouden wijzen, bleken ze heel accepterend en zelfs blij. Zij waren allang blij dat ik met een man was. Toch staat de relatie met mijn ouders nog steeds op een laag pitje. Mijn zusje is lesbisch en ervaart dezelfde afwijzing van mijn ouders als ik. Het blijft mij boos maken en daarom kies ik ervoor om hen op afstand te houden. Ik voel geen onvoorwaardelijke liefde vanuit mijn ouders naar ons als kinderen en dat doet heel veel pijn. Het doet pijn om die liefde zelf niet te krijgen en het doet pijn om te zien dat mijn zusje die liefde en acceptatie niet krijgt. Ik zie mijn ouders wel vaker dan eerst, maar nog steeds niet meer dan een paar keer per jaar.

Gelukkig heb ik veel mensen om mij heen en heb ik mijn zusjes nog. Vrienden zijn de familie die je zelf kiest. Ondanks dat ik een relatie met een man heb en zelfs trouwplannen heb, merk ik dat ik nog steeds ook op vrouwen val. Mijn vriend vindt dat geen probleem. Sterker nog, toen ik aangaf dat ik soms wel eens een vrouwenlichaam miste, kwam hij met het voorstel om af en een toe een trio te doen. We zijn monogaam, met af en toe een uitzondering waar we allebei, en samen, van genieten. Mijn seksualiteit was voor mij een zoektocht waarin ik veel pijn, maar ook veel liefde en acceptatie heb gevoeld. Ik hoop voor iedereen die dit leest en misschien herkent, dat jij ook die liefde en acceptatie gaat voelen. Niet alleen van anderen, maar ook van jezelf!

Het was lastig in het begin, maar ik kan nu echt mezelf zijn

Ik ben bijna 28 jaar en woonachtig in het mooie Ede. En dat ligt dus precies in de Biblebelt. Ik werk bij de post en bezorg elke ochtend de ochtendkrant. Ik ben een echt bezig bijtje en kan niet stil zitten. Maar als ik stil zit heeft dat met een boek te maken. Ik ben Panseksueel. Dat betekent voor mij dat ik gewoon verliefd word. Ik denk liever niet in hokjes. Ik was 16 toen ik de eerste keer gevoelens kreeg voor een vrouw maar ik ben pas op mijn 22ste uit de kast gekomen. Dat heeft te maken gehad met mijn achtergrond. Ik kom uit een christelijke omgeving. Om precies te zijn uit de Evangelische achtergrond. En panseksueel zijn was niet een onderwerp waar ik snel aan zou denken.

Tot het moment in 2012 en werd ik halsoverkop smoorverliefd op een vrouw die ik nog nooit had gezien of ontmoet. Ik sprak haar alleen via het internet. Ik heb haar uiteindelijk wel gezien en gesproken en laten we zo zeggen we hebben een fijne tijd gehad. Mijn coming out was niet de gemakkelijkste. Het was een strijd tussen het geloof en wie ik was. Die worsteling heeft best wel wat dieptepunten gehad maar nu heb ik een familie en vrienden die die strijd waard zijn geweest. Je groeit op met regels en je leeft daarvoor. In 2015 leerde ik iemand kennen die homoseksueel was en ook christen. Ik vond het vreemd. Maar hij opende voor mij een wereld die ik nodig had. Ik leerde dat ik geliefd was. Ik leerde dat ik er gewoon mocht zijn. Via hem ben ik in contact gekomen met ChristenQueer en uiteindelijk Wijdekerk. Wijdekerk is voor mij nu familie. Mijn coming out was thuis niet het gemakkelijkste maar uiteindelijk zij mijn familie dat het belangrijk was dat ik gelukkig was. Nu ben ik nog steeds gewoon Savitri. Ik ben niet super veel veranderd. Behalve dat ik niet meer wegloop voor wat ik voel. Ik durf meer mezelf te zijn.

Dat komt ook zeker door de mensen die ik heb leren kennen. Ik heb nu een fijne groep mensen leren kennen met wie je kan lachen, huilen enzo. Het voelt nu alsof ik gewoon echt mezelf kan zijn. Al was dat wel heel erg lastig in het begin. In 2019 heb ik mijn eerste bootpride gemaakt. Zat ik op de boot van de FNV. Vanaf dat moment besloot ik dat ik gewoon mag zijn wie ik ben. Dans ik met alle liefde in de straten van Utrecht. Drink ik een wijntje met mijn vrienden.