Terug naar begin » lesbisch

Categorie: lesbisch

‘Ik heb nog nooit, op welke sportschool dan ook, problemen gehad met mijn geaardheid’

Marjolein Commandeur (Hoorn, 1981)
sportte veel bij Defensie en bokst en beoefent krav maga bij Kranenburg Safety Training Center in Harderwijk

Ik was eind twintig toen ik besefte dat ik op vrouwen viel. Als militair sportte ik toen vrij fanatiek. Daarnaast deed ik ook aan fitness, kickboksen, squash en krav maga. Ik heb nog nooit, op welke sportschool dan ook, problemen gehad met mijn geaardheid. Het was gewoon zo, punt uit. Ik vind het niet zo belangrijk wat mensen er van vinden. Er werden soms wel wat vragen gesteld en die beantwoordde ik. Het scheelt dat ik redelijk open ben en er nooit moeilijk of geheimzinnig over deed.

Ik merkte geen verandering in de omgang na mijn coming out. Daar heb ik veel geluk mee gehad als ik de verhalen van anderen soms hoor. Bij Defensie werd het ook normaal gevonden. Het past natuurlijk ook bij het beeld dat je als vrouwelijke militair op vrouwen valt. Ik sportte met zowel mannen als vrouwen, ik kan niet zeggen dat ik hierin vervelend ben benaderd. Ik was gewoon nog steeds Marjolein.

‘Je bent nog steeds jij’ is het belangrijkste dat ik een sporter wil meegeven die uit de kast wil komen. Wordt dat niet geaccepteerd? Dat is dan hun verlies. Als er geen ruimte is om mezelf te mogen zijn, vraag ik me echt af wat ik daar nog zou zoeken. De sportschool waar ik nu sport, geeft het gevoel dat iedereen gelijk is, geen uitzonderingen. Iedereen respecteert en accepteert elkaar.  Ik vraag me af of je het binnen de sportschool ook een coming out moet noemen. Het zou zo moeten zijn dat je het gewoon meldt als het toevallig ter sprake komt. En dat een club of vereniging ook niemand anders dan anderen moet behandelen. We zijn allemaal mensen die daar met één doel komen: sporten voor het plezier, ontspanning, fitheid en eventueel leuk contact.

‘Neem eerst een teamgenoot in vertrouwen die er wel goed in staat’

Erica Jansen (Almelo, 1964)
woont in Harderwijk en speelde volleybal bij Nivoc ‘68 in Nieuwegein toen ze uit de kast kwam 

Toen ik uit de kast kwam was ik 32. Een teamgenoot was al uit de kast en dat heeft me wel geholpen in wat ik kon  verwachten, en dat het ‘veilig’ was. Er werd verder niet veel  aandacht aan besteed: het was een gegeven en er veranderde niets in de omgang met mij.

Wél merkte ik een verandering bij mezelf. Ik voelde me ineens duidelijk onderdeel van een minderheid, waarbij discriminatie nog vaak voorkomt. En dat je je altijd bewust bent om voor je seksuele geaardheid uit te komen, of juist niet. Hetero’s kunnen zich niet goed voorstellen dat dit telkens terugkomt als je nieuwe mensen ontmoet of een andere baan hebt. Ik heb daarom ook een sterk samenhorigheidsgevoel met andere lhbt-ers die het ook al hebben meegemaakt.

Zondags fiets ik nu met een clubje mensen – gay én hetero – in het bos op mijn MTB. Soms hebben we leuke discussies over acceptatie of genderneutrale toiletten. Sommigen vinden dat overdreven gedoe en dat dit echt te ver gaat. En dan denk ik dat er echt nog ‘werk te doen is’ op dat gebied.

Wat ik een sporter mee geef die op het punt staat uit de kast te komen? Neem eerst een teamgenoot in vertrouwen, waarvan je het idee hebt dat die er wel goed in staat. Dat geeft je inzicht in hoe er op wordt gereageerd. Vraag diegene om ruggensteun wanneer je het de anderen vertelt, zodat je er niet alleen voor staat. En blijf jezelf; vertel vanuit je gevoel, daar kan niemand iets van vinden.

Ik zou verenigingen adviseren om een vertrouwenspersoon aan te stellen, ook voor (seksueel) grensoverschrijdend gedrag. En dat deze mensen de teams bezoeken om voorlichting te geven. Ze kunnen bijvoorbeeld ook via het clubblad aandacht besteden aan regenboogsporters.

‘Het was voor mij heel erg makkelijk om ook uit de kast te komen’

Dinet Oosting (Veendam, 1991) speelt softbal en woont in Enschede

Ik was vijftien toen ik van club wisselde om op een hoger niveau softbal te gaan spelen. Bij mijn nieuwe club was net een oudere teamgenoot uit de kast gekomen, dus was het voor mij heel erg makkelijk om ook uit de kast te komen. Het was eigenlijk de normaalste zaak van de wereld. Ik voelde me totaal niet anders, maar had juist het gevoel nog meer mezelf te kunnen zijn. Een seizoen later leerde ik mijn vrouw kennen, die bij ons in het team kwam spelen. Zij was toen nog niet uit de kast, maar daar kwam snel verandering in. We waren op slag verliefd en zijn inmiddels met elkaar getrouwd en hebben samen een dochtertje van 2 jaar. Het team nam het erg goed op en we voelden ons helemaal geaccepteerd.

Ik heb mij altijd gesteund gevoeld door iedereen in mijn omgeving. Ik vond (en vind) het juist fijn als mensen vragen stelden of als er lesbische grapjes werden gemaakt. Het gaf mij het gevoel dat het geaccepteerd werd, en dat het normaal was.

Wat ik een sporter wil meegeven die uit de kast wil komen? Het gevoel van jezelf kunnen zijn is zo waardevol, dat ik dit echt iedere sporter gun. Je vriendschappen worden sterker, omdat zij nu ook de échte jou leren kennen.

Bij mijn huidige club, Tex Town Tigers in Enschede, hangen progress-vlaggen. Ik vind dat je hierdoor als club uitstraalt dat je mag zijn wie je bent en dat dat geaccepteerd wordt. Ik speel ook met het Nederlands Dames Fastpitch Softball team door het hele land en internationaal. Dan hebben wij regenboogvlaggen op ons uniform en dragen wij progress-banden. Inclusiviteit is voor mij, mijn club en mijn teams erg belangrijk. En deze boodschap willen we graag verspreiden.

‘Nadat ik het verteld had, hingen m’n ouders de regenboogvlag uit’

Jolien (14) woont in Zeewolde
(non-binair, lesbisch en demi-seksueel, voornaamwoorden die/hen/hun)

 

Jolien zit in 4 havo.
‘Demi-seksueel is dat je geen seksuele aantrekking voelt en geen romantische relatie hebt met een persoon. Ik heb wel vriendschappen, maar heb niet de behoefte aan seks of zoenen. In tegenstelling tot aseksueel kan het bij demi-seksueel wel komen in een romantische relatie. Ik sluit het dus niet uit.’
‘Afgelopen jaar ben ik erachter gekomen dat ik anders ben. Ik realiseerde me dat ik geen vrouw wilde zijn, maar als ik naar jongens keek, realiseerde ik me dat ik dat ook niet wilde zijn. Toen dacht ik: misschien ben ik allebei, maar dat was het ook niet. Tot ik de term non-binair hoorde. Toen dacht ik: dat is het!’

‘Ik ben mij m’n geboorte aangemerkt als vrouw. Daar was ik eigenlijk nooit mee bezig, tot vorig jaar. Ik voelde me anders dan de meiden op school. Daar kon ik gelukkig goed met mijn vrienden en m’n nicht over praten.’
‘Ik heb best lang nagedacht over of ik het m’n ouders moest vertellen en over hoe ze zouden reageren. Pas na een maand of vijf durfde ik het te vertellen, dat was begin dit jaar. Ze vonden het heftig, maar accepteren het wel. Het liefste had ik gewild dat ik het ze niet had hoeven te vertellen. Dat ze het gewoon al wisten. Maar toen ik het eenmaal gezegd had, gingen ze meteen aan boord en hingen de regenboogvlag uit.’

‘M’n ouders hebben me Jolien genoemd, maar m’n vrienden noemen me Jo. Dat is makkelijker en dan weten ze ook gelijk dat ik non-binair ben. M’n familie noemt me wel Jolien, daar heb ik ook geen problemen mee
want dat zijn ze gewend.’
‘Ik ben gelukkig in wie ik ben en ik kan zijn wie ik ben. Freedom of gender is dat iedereen mag zijn hoe die zich voelt. En dat moet de rest van de wereld maar gewoon accepteren.’

Foto: Carla Kogelman, ‘Freedom of gender’.
Tekst: Mariëtte Raap | De Schrijffabriek

‘Het maakt niet uit of je man, vrouw of allebei tegelijk bent’

ANNE (14) woont in harderwijk
(lesbisch, alle voornaamwoorden)

 

Anne zit in 4 vwo van het rsg Slingerbos.
‘Ik zat in groep 7, denk dat ik 9 jaar was, toen ik verliefd werd op m’n beste vriendin. Dat heb ik haar in die tijd nooit verteld. Zij was niet verliefd op mij en ze heeft het ook nooit doorgehad. Dat heeft wel twee jaar geduurd, tot het eind van de lagere school. Toen we allebei naar een andere middelbare school gingen hebben we nog wel een poosje contact gehouden, maar toen ik haar minder zag, ging die verliefdheid ook weg.’

‘In de eerste van de middelbare school heb ik het aan m’n ouders verteld. Het was eigenlijk meer dat het ter sprake kwam. M’n moeder vroeg een keer in de auto: ‘Wil je geen vriendje dan?’ En ik zei: ‘Nee, ik hoef geen vriendje’. ‘Oh, wil je een vriendinnetje dan?’ Ik zei: ‘Ja!’. Dat ging best wel relaxed. Het was niet echt een ding. M’n moeder had het niet echt verwacht, maar ze vond het ook niet heel raar.’
‘Ik ben enig kind en hoefde het dus niet aan broers of zusjes te vertellen. Omdat ik het al twee jaar wist van mezelf, was ik wel aan het idee gewend, maar toch vond ik het heel eng en spannend om aan vrienden te vertellen. Je weet niet wat de reacties zullen zijn. Maar daar ben ik nu ook wel aan gewend. Ik moet wel, haha.’

‘Ik heb een aantal lhbtiq-vrienden, maar niet heel veel. In mijn klas heb ik niet expliciet gezegd dat ik lesbisch ben, maar een aantal weet het wel. In mijn oude klas wist iedereen het. Wanneer mensen het aan me vragen ben ik er gewoon open over.’

‘Aandoen wat je aan wil doen, eruitzien zoals je eruit wil zien en dat het niet uitmaakt met welke genderidentiteit je je identificeert. Dat is voor mij freedom of gender. Dat het niet uitmaakt of je mannelijk of vrouwelijk, of allebei tegelijk bent en dat je niet per se een man of een vrouw hoeft te zijn in die mannelijkheid of vrouwelijkheid.’

Foto: Carla Kogelman, ‘Freedom of gender’.
Tekst: Mariëtte Raap | De Schrijffabriek

‘Onze ouders waren er gelukkig heel open over’

Suus (15) en Nola (15) uit Ermelo en Zeewolde
(Suus is lesbisch, voornaamwoorden zij/haar)
(Nola is agender, aseksueel en panromantisch, voornaamwoorden die/hun)

 

Suus en Nola zitten allebei in 4 vwo.
Suus: ‘Ongeveer anderhalf jaar geleden kwam ik erachter dat ik op meisjes val. Ik was toen 13. Een paar weken daarna heb ik het aan m’n ouders verteld. Eigenlijk hoefde ik het niet te vertellen, want m’n ouders waren altijd al open minded en zeiden vaak: ‘Heb je nog een leuke jongen of leuk meisje gezien?’ Ze zijn heel open, m’n broer ook. Ik had
dus helemaal geen moeite om uit de kast te komen en het maakt ze niks uit.’

‘Al m’n vrienden, de meeste zijn zelf ook lhbtiq+, weten het ook. Die zijn dus ook heel relaxt. Ik heb heel leuke positieve vrienden, dat is fijn. Ik ben nu ongeveer 9 maanden samen met Nola. Gelukkig heeft Nola ook allemaal mensen om zich heen die het accepteren.’

Nola: ‘Ik was net 14 toen ik me realiseerde dat ik anders was dan de andere kinderen uit mijn klas. Ik was veel op social media en volgde veel lhbtiq-mensen. Ik dacht: ‘Wat als ik dat nou ben?’ En toen bedacht ik me dat ik het ook was. Toen ik daarachter kwam, heb ik het niet meteen aan m’n ouders verteld. Ik weet niet waarom, maar het was niet dat ik het lastig vond om het aan ze te vertellen. Mijn ouders waren er heel open over. Toen ik vroeg of ik een regenboogvlag mocht kopen, mocht dat ook meteen.’

‘Ik heb Suus in de brugklas leren kennen. We waren eerst vrienden, maar dat werd langzaam meer. Sinds de herfstvakantie zagen we elkaar vaker en sinds het begin van dit jaar is het aan. We zien elkaar regelmatig op school, we zitten allebei op de rsg in Harderwijk.’

‘Freedom of gender betekent voor ons dat je gewoon kunt zijn wie je bent en dat het niet uitmaakt hoe je eruitziet of hoe je je voelt of gedraagt. Dat je elk gender kunt zijn dat je maar wilt zijn en alle voornaamwoorden kunt gebruiken die je wil gebruiken.’

Foto: Carla Kogelman, ‘Freedom of gender’.
Tekst: Mariëtte Raap | De Schrijffabriek

‘Ik weet niet wat mijn gender is en dat is prima’

Frede (14) woont in Putten
(lesbisch, genderneutraal, alle voornaamwoorden)

 

Frede zit in de 3e van het vmbo Vathorst College in Amersfoort.
‘Ik voel me goed in m’n neutrale gender. Het maakt me eigenlijk ook niet uit welk gender ik ben. Ik weet niet wat ik ben en dat vind ik prima. Het is eigenlijk genderneutraal en non-binair, maar ik vind het totaal niet belangrijk om daar een stempel op te plakken. Ik hoef niet in een specifiek hokje te passen.’

‘Dat was altijd al zo. Ik heb ook niet echt een coming out gehad en m’n ouders hebben er nooit moeilijk over gedaan. Ik vind het fijn dat ik thuis helemaal geaccepteerd word hoe ik ben. Op school is dat ook zo en bij m’n vrienden ook. De meeste van mijn vrienden op school zijn zelf ook iets in de lhbtiq.’

‘Ik ken ze allemaal van de GSA, de Gender and Sexuality Alliance die we op school hebben opgezet. Ik ben vice-voorzitter van ons GSA-bestuur. Op verschillende lhbtiq+ dagen organiseren we acties. Bijvoorbeeld op Paarse vrijdag, de tweede vrijdag in december. We proberen dan alles op school zoveel mogelijk paars te kleuren en we zetten ons in voor seksuele- en genderdiversiteit als norm.’

‘Eind september organiseren we de week tegen pesten. En we hebben het schoolbestuur een brief geschreven over wat we graag veranderd zouden zien op school. Zo willen we een genderneutraal toilet en dat Magister, ons digitale schoolprogramma, aangepast wordt, zodat iemands voornaamwoorden daar ook ingezet kunnen worden. Dan weet de docent hoe een leerling aangesproken wil worden. Ook het aanmaken van een nieuw mailadres moet makkelijker worden, zodat iemand niet meer op de deadname gemaild wordt. Dat is vaak heel lastig.’

‘Mogen zijn wie je bent en vrij zijn om je eigen gender te bepalen is voor mij freedom of gender. En de vrijheid hebben dat mensen daar geen oordeel over hebben en elkaar respecteren in wie de ander is’.

Foto: Carla Kogelman, ‘Freedom of gender’.
Tekst: Mariëtte Raap | De Schrijffabriek

‘Ik kan niet gelukkiger zijn dan ik nu ben met mezelf’

Aden Klappe (20) uit ’t Harde:

‘Ik ben transgender en panseksueel/queer. Als kind ben ik door m’n ouders erg vrij gelaten in hoe ik mij kleedde en gedroeg. Ik had als klein ‘meisje’ kort haar en droeg vaak unisekse kleding. Ik speelde met iedereen en was vrij om mezelf te zijn. In de puberteit begon mijn lichaam te veranderen en daarbij ook mijn mentale gezondheid. Ik begon mij steeds vervelender te voelen en in mijn lichaam voelde ik mij ook niet op mijn gemak. Ik wist niet wat er aan de hand was en begon me steeds meer en meer terug te trekken. Rond mijn 14e kwam ik uit als lesbisch, omdat lesbiennes qua stereotype vaak wat masculien zijn. Ik begon mannenkleren te dragen en daar voelde ik me wel al wat beter in. Toch miste er nog wat en voelde ik mij nog steeds best ‘kut’.
Op mijn 15e, 16e kwam ik transgenders tegen op YouTube. Toen ging er een wereld voor me open. Er waren mensen op mijn scherm die zich precies zo voelden als ik mij voelde. Helaas was dit nog niet het moment voor mij om uit de kast te komen. Veel transgenders die ik online zag hadden mentaal veel problemen. Ze waren bijvoorbeeld depressief. Ik wilde er niet aan geloven dat ik ook zoiets kon hebben, dus ik kon niet trans zijn. Op mijn 17e moest ik er toch echt aan toegeven, want ik kon niet langer zo in mijn lichaam doorgaan. Ik ben er toen voor uitgekomen naar mijn vrienden en naar mijn familie. Heel snel daarna ben ik met m’n moeder naar de huisarts gegaan. Nu ben ik 20 en zit ik al een jaar in transitie, bijna 8 maanden aan de hormonen en mijn eerste operatie gaat aankomende maanden ergens plaatsvinden. Jezelf accepteren blijkt soms lastiger dan je verwacht, maar ik kan niet gelukkiger zijn dan ik nu ben met mezelf!’

 

Ik weet niet beter dan dat ik twee ontzettend lieve moeders heb die allebei voor mij door het vuur zouden gaan

Nikki Stekelenburg en Anouk Rademaker (20 en 23) uit Harderwijk/Utrecht

Nikki: ‘Hoogspanning staat symbool voor onze relatie en voor mijn coming out op de Veluwe. Ik twijfel of ik ooit wel echt in de kast heb gezeten? Of ik er ooit wel echt uitgekomen ben? Samen met mijn zusje Yentl ben ik opgevoed door onze twee moeders, Claudia en Dinie. Ik weet niet beter dan dat ik twee ontzettend lieve moeders heb die allebei voor mij door het vuur zouden gaan. Ook hebben mijn zusje en ik een donor die we kennen, Berend. Hij heeft geen vaderrol gespeeld in ons leven, maar is een lieve man en was altijd bereikbaar. Als kind stelde ik mijzelf voor met: ‘Hoi, ik ben Nikki en ik heb twee moeders.’ Niet omdat ik dit gek vond, maar juist omdat het doodnormaal was. Ik heb er bijna nooit vervelende opmerkingen over gehoord, hooguit geïnteresseerde vragen. Ik groeide op in een liefdevol gezin waarin het oké is zoals je bent en waar niet in hokjes werd gedacht. Ik was en ben gewoon Nikki, out and proud.
Ik heb dus nooit écht een coming out gehad, maar ben wel trots. Trots op mijn moeders. Trots op Anouk. Trots op onze liefde. Ik ben Nikki, en ik heb twee moeders en ik heb een vriendin. Ik ben gelukkig, omdat ik hou van wie ik hou.’

Dit verhaal komt uit het Boekje ‘Out & Proud op de Veluwe’, gemaakt door Village People ter gelegenheid van Coming Out dag 2020.
Foto: Karin Huijzendveld.