Terug naar begin » veluwe » Pagina 2

Categorie: veluwe

‘Het maakt niet uit of je man, vrouw of allebei tegelijk bent’

ANNE (14) woont in harderwijk
(lesbisch, alle voornaamwoorden)

 

Anne zit in 4 vwo van het rsg Slingerbos.
‘Ik zat in groep 7, denk dat ik 9 jaar was, toen ik verliefd werd op m’n beste vriendin. Dat heb ik haar in die tijd nooit verteld. Zij was niet verliefd op mij en ze heeft het ook nooit doorgehad. Dat heeft wel twee jaar geduurd, tot het eind van de lagere school. Toen we allebei naar een andere middelbare school gingen hebben we nog wel een poosje contact gehouden, maar toen ik haar minder zag, ging die verliefdheid ook weg.’

‘In de eerste van de middelbare school heb ik het aan m’n ouders verteld. Het was eigenlijk meer dat het ter sprake kwam. M’n moeder vroeg een keer in de auto: ‘Wil je geen vriendje dan?’ En ik zei: ‘Nee, ik hoef geen vriendje’. ‘Oh, wil je een vriendinnetje dan?’ Ik zei: ‘Ja!’. Dat ging best wel relaxed. Het was niet echt een ding. M’n moeder had het niet echt verwacht, maar ze vond het ook niet heel raar.’
‘Ik ben enig kind en hoefde het dus niet aan broers of zusjes te vertellen. Omdat ik het al twee jaar wist van mezelf, was ik wel aan het idee gewend, maar toch vond ik het heel eng en spannend om aan vrienden te vertellen. Je weet niet wat de reacties zullen zijn. Maar daar ben ik nu ook wel aan gewend. Ik moet wel, haha.’

‘Ik heb een aantal lhbtiq-vrienden, maar niet heel veel. In mijn klas heb ik niet expliciet gezegd dat ik lesbisch ben, maar een aantal weet het wel. In mijn oude klas wist iedereen het. Wanneer mensen het aan me vragen ben ik er gewoon open over.’

‘Aandoen wat je aan wil doen, eruitzien zoals je eruit wil zien en dat het niet uitmaakt met welke genderidentiteit je je identificeert. Dat is voor mij freedom of gender. Dat het niet uitmaakt of je mannelijk of vrouwelijk, of allebei tegelijk bent en dat je niet per se een man of een vrouw hoeft te zijn in die mannelijkheid of vrouwelijkheid.’

Foto: Carla Kogelman, ‘Freedom of gender’.
Tekst: Mariëtte Raap | De Schrijffabriek

‘Onze ouders waren er gelukkig heel open over’

Suus (15) en Nola (15) uit Ermelo en Zeewolde
(Suus is lesbisch, voornaamwoorden zij/haar)
(Nola is agender, aseksueel en panromantisch, voornaamwoorden die/hun)

 

Suus en Nola zitten allebei in 4 vwo.
Suus: ‘Ongeveer anderhalf jaar geleden kwam ik erachter dat ik op meisjes val. Ik was toen 13. Een paar weken daarna heb ik het aan m’n ouders verteld. Eigenlijk hoefde ik het niet te vertellen, want m’n ouders waren altijd al open minded en zeiden vaak: ‘Heb je nog een leuke jongen of leuk meisje gezien?’ Ze zijn heel open, m’n broer ook. Ik had
dus helemaal geen moeite om uit de kast te komen en het maakt ze niks uit.’

‘Al m’n vrienden, de meeste zijn zelf ook lhbtiq+, weten het ook. Die zijn dus ook heel relaxt. Ik heb heel leuke positieve vrienden, dat is fijn. Ik ben nu ongeveer 9 maanden samen met Nola. Gelukkig heeft Nola ook allemaal mensen om zich heen die het accepteren.’

Nola: ‘Ik was net 14 toen ik me realiseerde dat ik anders was dan de andere kinderen uit mijn klas. Ik was veel op social media en volgde veel lhbtiq-mensen. Ik dacht: ‘Wat als ik dat nou ben?’ En toen bedacht ik me dat ik het ook was. Toen ik daarachter kwam, heb ik het niet meteen aan m’n ouders verteld. Ik weet niet waarom, maar het was niet dat ik het lastig vond om het aan ze te vertellen. Mijn ouders waren er heel open over. Toen ik vroeg of ik een regenboogvlag mocht kopen, mocht dat ook meteen.’

‘Ik heb Suus in de brugklas leren kennen. We waren eerst vrienden, maar dat werd langzaam meer. Sinds de herfstvakantie zagen we elkaar vaker en sinds het begin van dit jaar is het aan. We zien elkaar regelmatig op school, we zitten allebei op de rsg in Harderwijk.’

‘Freedom of gender betekent voor ons dat je gewoon kunt zijn wie je bent en dat het niet uitmaakt hoe je eruitziet of hoe je je voelt of gedraagt. Dat je elk gender kunt zijn dat je maar wilt zijn en alle voornaamwoorden kunt gebruiken die je wil gebruiken.’

Foto: Carla Kogelman, ‘Freedom of gender’.
Tekst: Mariëtte Raap | De Schrijffabriek

‘In freedom of gender moet iedereen eigenlijk alles kunnen zijn’

XXXXX Anke (18) woont in Ermelo
(voorlopig queer, voornaamwoorden: lastig want ik ben nog niet uit de kast voor iedereen)

 

Anke zit in het derde jaar van het mbo Landstede in Harderwijk.
‘Niet alle mensen in mijn omgeving weten van mijn identiteit. Iedereen van Village People weet het wel, maar bijvoorbeeld m’n klasgenoten nog niet. In het dagelijks leven kan ik niet altijd open zijn in wie ik ben. Ik heb wel het gevoel dat ik gay of queer kan zijn, maar andere labels zoals bijvoorbeeld panseksueel zijn best lastig.’

‘M’n ouders proberen het wel te begrijpen en erover te leren, maar het is best moeilijk voor ze. Ze zijn niet afwijzend, maar ze staan er ook niet echt voor open als ik het aangeef wanneer ze iets verkeerds zeggen of
niet snappen.’
‘Ik vind het Village People Jongerencafé heel leuk. Ik leer hier nieuwe mensen kennen, maar ik kan hier ook met m’n eigen vrienden komen. De dragshow in het Village People café vond ik geweldig, maar film kijken vind ik ook leuk, of een spel spelen. Dungeons and Dragons is m’n favoriet.’

‘Voor mij betekent freedom of gender dat iedereen geaccepteerd wordt, ongeacht het gender. Dat als je trans bent, dat serieus genomen wordt, maar dat je tegelijkertijd niet meteen in hokjes wordt gestopt. Dat niemand zegt: ‘Nu ben je een vrouw en dus moet je je vrouwelijk gaan gedragen’, of ‘Nu ben je een man en moet je stoer zijn’. In freedom of gender moet iedereen eigenlijk alles kunnen zijn.’

Foto: Carla Kogelman, ‘Freedom of gender’.
Tekst: Mariëtte Raap | De Schrijffabriek

‘Sinds Village People maak ik deel uit van de community’

Rohan (15) woont in Harderwijk
(homo, alle voornaamwoorden behalve zij/haar)

 

Rohan zit in het 4e jaar van het Morgen College.
‘Toen ik een jaar of 10, 11 was dacht ik: ‘Oh, ik ben gay, en dat is logisch’. Het was toen ook best al algemeen bekend in m’n familie. Ik ging naar m’n moeder toe en zei: ‘Mam, ik moet je iets vertellen’. En zij zei: ‘En? Hoe heet’ie?’ Ik realiseerde het me dus al heel jong. Het kwam ook door drag, want dat kwam nog voordat ik wist dat ik gay was.’

‘Ik hield altijd al van extravagante kleding en van schoenen. Op m’n 4e liep ik al op de hoge hakken van m’n moeder en ik hield altijd al van dansen en anders kleden. Als m’n moeder nieuwe schoenen had gekocht dan kon ik daar echt met heel veel liefde naar kijken en ze aanraken. Schoenen en lang haar, dat was het altijd.’

‘M’n moeder heeft er nooit een probleem van gemaakt dat ik gay ben. M’n vader overleed voor ik het kon vertellen. Ik was toen 10. Hij had er wel problemen mee gehad, dat weet ik zeker. Zijn overlijden maakte het wel makkelijker om het tegen m’n moeder te vertellen. En als hij nog had geleefd dan was ik denk ik niet naar het Village People café gekomen en was ik niet zo extravagant geweest als ik nu ben.’

‘Bij al mijn vrienden ben ik uit de kast, er is niemand die niet weet dat ik gay ben. Op school was er wel eens gedoe, maar daar liet ik me niet door uit het veld slaan. Ik ben sterk genoeg. Sinds ik bij Village People kom, maak ik veel meer deel uit van de community. Daarvoor had ik maar één gay vriend, nu veel meer.’

‘Dat je gewoon kunt zijn wie je bent, en kunt houden van wie je wil. Dat is voor mij freedom of gender.’

Foto: Carla Kogelman, ‘Freedom of gender’.
Tekst: Mariëtte Raap | De Schrijffabriek

‘Gendervrijheid is alles loslaten wat mensen aan gender verbinden’

Fabiënne (16) en Jasmijn (16) uit Zeewolde en Harderwijk
(Fabiënne is biseksueel, de rest is nog een vraagteken,
Jasmijn is ook bi en genderqueer, alle voornaamwoorden zijn goed)

 

Jasmijn zit in de 4e en Fabiënne in de 5e van de tweetalige Havo.
Jasmijn: ‘Ik wist altijd al dat ik meisjes leuker vond dan jongens, maar werd me daar pas bewust van toen ik 11 was. We hadden het er op school over, het ging over voortplanting enzo en we kregen uitleg over lhbtiq. Een paar weken later dacht ik: ‘Ja, dat is hoe ik me ook voel’. Ik wist heel lang niet wat precies bij mij paste, maar nu ben ik echt comfortabel met de termen biseksueel en genderqueer.’

Jasmijn: ‘Op dezelfde dag dat ik dacht dat ik lesbisch was, heb ik het mijn ouders verteld. Zij zijn er heel open in en dat is heel fijn. Ik val niet per se onder een bepaalde term, vandaar genderqueer. Ik ben zelf comfortabel met mijn genderidentiteit, maar ik moet het daar nog wel een keer met m’n ouders over hebben. Ik wil er open over zijn, maar vind dat best lastig. Dat ga ik binnenkort doen.’

Fabiënne werd in de brugklas verliefd op Jasmijn en ontdekte zo dat ze bi is: ‘Ik kwam erachter dat ik haar leuk vond, maar ook meiden in het algemeen.’
‘Mijn zusje valt ook op meisjes en wist dat ik ook op meisjes val. Toen zij het ging vertellen aan m’n ouders keek ze daarna naar mij. Zo van: ‘En nu jij nog…’ Toen kon ik het niet goed zeggen. Later kwam m’n moeder naar me toe en toen heb ik het wel verteld. M’n ouders vinden dat ik op alles mag vallen dat ik wil en alles kan zijn wat ik wil zijn. Ze zijn heel supportive.’

Fabiënne: ‘Sinds december vorig jaar is het aan’. Allebei onze ouders vinden dat prima. Ook onze vrienden weten het en dat is ook oké. We kennen elkaar van school, zaten in de brugklas en de tweede in dezelfde klas, maar toen hadden we nog niks.’
‘Freedom of gender betekent voor ons dat je de ruimte hebt om jezelf te laten zien in het perspectief van je gender. Dat je jezelf kunt zijn en kunt loslaten wat mensen vaak aan gender linken, bijvoorbeeld kleding, een pak of een jurk, maar ook sport, parfum, alles.’

Foto: Carla Kogelman, ‘Freedom of gender’.
Tekst: Mariëtte Raap | De Schrijffabriek

‘Mijn ouders kochten meteen een regenboogvlag voor me’

Marit (17) komt uit Harderwijk
(eigenlijk geen van de lhbtiq-letters, gewoon queer, alle voornaamwoorden)

 

Marit is tweedejaars mbo Maatschappelijke zorg.
‘Ik dacht altijd dat ik lesbisch was, want ik vond meisjes leuk. Nu vind ik eigenlijk alles wel leuk. En vind ik het niet zo belangrijk om een label op mezelf te plakken. Op de basisschool was ik altijd al wel stoer. Ik speelde met de jongens en vond poppen stom. Bij vadertje en moedertje was ik altijd de vader, dus toen was er al wel iets. Dat begonnen m’n ouders ook wel door te krijgen, maar ik kon er pas op m’n 14e echt een woord op plakken. Toen kwam ik als lesbisch uit de kast bij m’n ouders. Of in ieder geval dacht ik: ik ben niet hetero.’‘Ik dacht altijd ook wel dat ik misschien een jongen moest zijn, dat ik misschien wel trans was. Maar toen ik op internet de omschrijving lesbisch vond, paste dat meer bij me.’

‘Toen ik het m’n ouders vertelde zei m’n moeder: ‘Ja duh, vertel eens wat anders’. Ze wisten het allang en deden er heel makkelijk over. Ik was niet zoals andere meisjes en dat wisten ze wel. De volgende dag hebben ze ook meteen een regenboogvlag voor me gekocht, dus het was ‘the perfect coming out story’. In m’n familie is het allemaal helemaal goed
gegaan.’
‘Dat was op school niet zo. Was geen goede omgeving om uit de kast te komen. Dat durfde ik niet. Ze riepen altijd: ‘homo, flikker’, dus ik dacht: hier ben ik niet welkom. Dus daar deed ik wel alsof ik iemand anders was. Op het mbo waar ik nu studeer ben ik wel uit de kast, ik ben het gewoon en kan het gewoon zijn.’

‘Bij freedom of gender moet ik gelijk denken aan mannen- en vrouwenkleding en -deodorant. Alles moet specifiek voor een gender gemaakt zijn. Maar je moet gewoon lekker doen wat je wil. Het is allemaal een verzonnen systeem om mensen gescheiden te houden. Het maakt niet uit wat er in je broek zit, we kunnen allemaal evenveel bereiken.’

Foto: Carla Kogelman, ‘Freedom of gender’.
Tekst: Mariëtte Raap | De Schrijffabriek

‘Ik weet niet of mijn familie ook blij met me is als ik het vertel’

XXXXX Quin (14) komt uit Harderwijk
(non-binair, voornaamwoorden die/hun/hen)

 

‘Ik ben bij m’n geboorte als meisje aangemerkt en weet sinds anderhalf jaar over mezelf dat ik non-binair ben. Ik ben ook jongen. Ik ben eigenlijk allebei. Dat vind ik helemaal niet erg, want zo kan ik het beste van allebei zijn, tegelijk.’
‘Wat ik wel lastig vind is dat mijn ouders en broers het niet weten. Ze vinden me wel jongensachtiger dan de meeste meisjes die ze kennen. Maar ze weten niet dat ik behalve meisje ook écht jongen bén. Dat ik me écht zo voel. Ik weet niet hoe ik dat uit moet leggen aan ze. En het duurt nog heel lang voordat ik geopereerd kan worden, of hormonen mag nemen. Zo’n traject kan pas vanaf m’n 18e jaar. Dus ik hoef ze voorlopig ook niks te vertellen. Dat vind ik prima.’

‘Ik heb me eigenlijk altijd al zo gevoeld, jongen en meisje. Al sinds m’n vierde jaar. Maar toen kende ik daar de woorden nog niet voor. Nu wel. Omdat ik de laatste tijd wat meer mannelijk voel, kan het ook zijn dat ik transgender ben, transman. Dus geboren als man, maar met de uiterlijke kenmerken van een vrouw.’

‘Welk label of stempel ik ook heb, ik ben blij met wie ik ben. Maar ik weet niet of m’n familie blij met me is. Of blij met me is als ik vertel dat ik non-binair of trans ben. Ik kan bij hen niet mezelf zijn, niet vertellen wie ik echt ben. Dat trekken ze niet. Daarom wil ik ook anoniem zijn hierin.’

‘Gendervrijheid betekent voor mij dat je je helemaal vrij en blij voelt met het gender dat je bent, of dat nu genderfluïde, agender, non-gender, non-binair, of whatever is. Het mooiste zou zijn als we niet meer in dit soort hokjes hoeven denken. Dat we gewoon open kunnen zijn over hoe en wie we zijn en over hoe we ons voelen en identificeren.’

Foto: Carla Kogelman, ‘Freedom of gender’.
Tekst: Mariëtte Raap | De Schrijffabriek

‘Ik weet niet wat mijn gender is en dat is prima’

Frede (14) woont in Putten
(lesbisch, genderneutraal, alle voornaamwoorden)

 

Frede zit in de 3e van het vmbo Vathorst College in Amersfoort.
‘Ik voel me goed in m’n neutrale gender. Het maakt me eigenlijk ook niet uit welk gender ik ben. Ik weet niet wat ik ben en dat vind ik prima. Het is eigenlijk genderneutraal en non-binair, maar ik vind het totaal niet belangrijk om daar een stempel op te plakken. Ik hoef niet in een specifiek hokje te passen.’

‘Dat was altijd al zo. Ik heb ook niet echt een coming out gehad en m’n ouders hebben er nooit moeilijk over gedaan. Ik vind het fijn dat ik thuis helemaal geaccepteerd word hoe ik ben. Op school is dat ook zo en bij m’n vrienden ook. De meeste van mijn vrienden op school zijn zelf ook iets in de lhbtiq.’

‘Ik ken ze allemaal van de GSA, de Gender and Sexuality Alliance die we op school hebben opgezet. Ik ben vice-voorzitter van ons GSA-bestuur. Op verschillende lhbtiq+ dagen organiseren we acties. Bijvoorbeeld op Paarse vrijdag, de tweede vrijdag in december. We proberen dan alles op school zoveel mogelijk paars te kleuren en we zetten ons in voor seksuele- en genderdiversiteit als norm.’

‘Eind september organiseren we de week tegen pesten. En we hebben het schoolbestuur een brief geschreven over wat we graag veranderd zouden zien op school. Zo willen we een genderneutraal toilet en dat Magister, ons digitale schoolprogramma, aangepast wordt, zodat iemands voornaamwoorden daar ook ingezet kunnen worden. Dan weet de docent hoe een leerling aangesproken wil worden. Ook het aanmaken van een nieuw mailadres moet makkelijker worden, zodat iemand niet meer op de deadname gemaild wordt. Dat is vaak heel lastig.’

‘Mogen zijn wie je bent en vrij zijn om je eigen gender te bepalen is voor mij freedom of gender. En de vrijheid hebben dat mensen daar geen oordeel over hebben en elkaar respecteren in wie de ander is’.

Foto: Carla Kogelman, ‘Freedom of gender’.
Tekst: Mariëtte Raap | De Schrijffabriek

‘Gender hoeft niet altijd man of vrouw te zijn’

Khai (18) woont in Hierden
(non-binair, voornaamwoorden die/diens en hen/hun)

 

Khai is eerstejaars aan de mbo-opleiding Dierverzorging in Raalte.
‘Op mijn 16e begon ik na te denken over gender en wat het inhoudt om man of vrouw te zijn. Ik realiseerde me dat ik daar eigenlijk helemaal niet tussen pas. Een vriend van me gebruikte die/diens en hen/hun en omdat dat neutrale voornaamwoorden zijn ging ik ze ook proberen. Vond ik superchill. Eerst bij m’n vrienden, daarna bij m’n ouders en familie. Toen viel het eigenlijk allemaal op z’n plek voor mij.’

‘Als ik achteraf terugkijk heb ik me nooit comfortabel gevoeld als vrouw. Dat vakje paste gewoon niet bij mij. Maar man paste me ook niet. Ik ben non-binair, een parapluterm. Ik definieer mezelf als agender. Agender betekent dat ik me niet-man en niet-vrouw voel.’
‘Ik kwam twee jaar geleden uit de kast als biseksueel, een halfjaar daarna toch maar als lesbisch, omdat ik toch niet echt op mannen viel. Dat hadden niet zo veel mensen verwacht. Ik deed ook wel altijd erg m’n best om mannen leuk te vinden. Met uit de kast komen als non-binair heb ik langer gewacht. Eerst kwam ik uit de kast bij mijn vrienden, die vonden het allemaal heel normaal. Toen ik een jaar geleden bij m’n ouders uit de kast kwam als non-binair, vonden zij dat best lastig. Ze hebben nog steeds wel moeite met de naam Khai en noemen me soms nog bij m’n deadname. Maar het gaat wel steeds beter.’

‘Toen ik net uit de kast kwam droeg ik vaker masculiene kleding en uitte ik me ook zo om zo min mogelijk als vrouw gezien te worden. Nu maakt het me niet uit hoe ik me kleed, als ik maar comfortabel ben. Kleding is maar kleding en ik heb er schijt aan of het op de ‘mannen’- of ‘damesafdeling’ ligt.’

‘Freedom of gender betekent voor mij dat je elk gender kunt zijn dat je bent. Zonder dat iemand je daarin lastigvalt. Dus niet uitgescholden worden op straat, geen judgement over de kleding waarmee je je uit, genderneutrale toiletten, geen discriminatie omdat je niet cis bent en niet meer de vraag wat er in je broek zit.’

Foto: Carla Kogelman, ‘Freedom of gender’.
Tekst: Mariëtte Raap | De Schrijffabriek