Terug naar begin » lesbisch » Pagina 2

Tag: lesbisch

Mijn ouders tolereerden me, maar enkele zussen en zwagers verguisden me

Bep Timmer (64) uit Harderwijk

‘Ik was een meisje dat ravotte, voetbalde en op trekkers rondreed. Met nog 3 zussen en een broer ben ik protestants-christelijk opgevoed. Het geloof speelde een grote rol: bijbel, naar de kerk, catechisatie en belijdenis. Op mijn 16e heb ik gebroken met het geloof. Ik vond er niets in en het had teveel (ver)oordelen.
Na een grote mannelijke liefde tot mijn 20e werd ik voor het eerst verliefd op een vrouw. Ik was zó blij en het voelde als thuiskomen bij mezelf. Na de blijdschap kwam het dilemma. Ik vond het verschrikkelijk moeilijk om het aan m’n ouders te vertellen. Was bang voor buitensluiting. Eigenlijk was er geen coming out moment. Ik kwam thuis met een vrouw en zei dat zij mijn vriendin is. Mijn ouders tolereerden me, maar enkele zussen en zwagers verguisden me. Vanwege werk was ik veel op pad, waardoor ik weinig thuiskwam. Toen onze eerste dochter op komst was, barstte de bom. Ik werd verstoten door mijn ouders, kwam er niet meer in. Mijn ouders hebben mij in die periode een brief gestuurd, waarin ze schreven dat ik een kind van de duivel gekregen had. Dit duurde twee jaar. Toen mijn vader ernstig ziek werd, zette hij een verzoening in gang. Hij wilde dit voor zijn overlijden doen. Tijdens het eerste gesprek was mijn toenmalige vrouw zwanger van onze tweede dochter. Opnieuw een grote schok voor ze, maar door de inzet van mijn vader zijn we langzaam dichter bij elkaar gekomen. De relatie met mijn familieleden is nu goed en iedereen accepteert me volledig.’

Dit verhaal komt uit het Boekje ‘Out & Proud op de Veluwe’, gemaakt door Village People ter gelegenheid van Coming Out dag 2020.
Foto: Karin Huijzendveld.

Onze coming out was onze liefdesverklaring aan elkaar

Laura en Karin Meesters-Hulsbosch (35 en 51) met Jippe uit Harderwijk

Karin is opgegroeid op de Veluwe. Laura kende de Veluwe van vakanties op de camping in Ermelo. Karin: ‘Onze coming out was onze liefdesverklaring aan elkaar. We zijn allebei getrouwd geweest met een man en nu werden we verliefd op elkaar. Dat voelde voor ons beiden heel natuurlijk en ‘gewoon’. Het klopte helemaal tussen ons. En vanuit dat punt zijn we stapje voor stapje ons leven gaan delen. We krijgen daar alleen maar positieve reacties op. Mensen voelen onze liefde, denk ik. En zien dat het klopt. We wilden heel graag samen een kindje’. Laura: ‘Karin heeft al twee volwassen dochters en 5 augustus 2020 is onze zoon Jippe geboren! We hopen dat hij op mag groeien tot een blij en liefdevol mens, in een wereld waar hij helemaal zichzelf mag en kan zijn! We vonden het best spannend om als twee vrouwen op de Veluwe, met behulp van een donor, een kindje te krijgen. Maar de reacties zijn, net als de reacties op onze relatie, alleen maar blij en positief geweest! We voelen ons in Harderwijk zeker thuis en geaccepteerd. Ook al is onze situatie anders dan gemiddeld. Daar zijn we open over. Bijvoorbeeld over onze kinderwens en het donortraject. Iedereen mag weten hoe het zit! En dan heb je meteen mooi contact.’

Dit verhaal komt uit het Boekje ‘Out & Proud op de Veluwe’, gemaakt door Village People ter gelegenheid van Coming Out dag 2020.
Foto: Karin Huijzendveld.

Ook in een christelijke en gelovige omgeving kun je jezelf zijn!

(Anoniem)

Ik ben er in 2018 voor uitgekomen dat ik transgender ben. In mijn omgeving en op mijn werk zijn er veel mensen met een kerkelijke achtergrond, waardoor dit best wel heel spannend was. Ik had dan ook al meerdere sollicitatiebrieven klaar staan voor het geval dat…

Gelukkig was de reactie van mijn directe leidinggevende echt heel fijn en heb ik samen met hem kunnen uitzoeken op welke manier mijn transitie binnen het bedrijf vorm kon krijgen en waar we rekening mee moesten houden. Omdat ik als verpleegkundige werk op een groep met 16 bewoners die mentaal nog goed zijn, was dit even zoeken naar de juiste balans.

Ik ben begonnen met het individueel inlichten van mijn collega’s, die er goed op reageerden. De opmerking die vooral vanuit de kerkelijke collega’s was, was dat zij geloven dat God je maakt zoals je bent en dat dat goed is. De verdere teams in de buurt heb ik ingelicht via een mail waarin ik kort heb toegelicht wat er speelde.

Op 1 persoon na heb ik daar ook overal fijne reacties op gehad. De laatste stap was de bewoners op de groep waar ik werkte. Ook daar zaten een hoop mensen tussen die streng gelovig zijn, en dan vanuit vroeger gezien niet bekend zijn met transgender zijn en wat dit inhoudt. Samen met mijn leidinggevende heb ik ze uitgelegd wat het inhoudt en wat het voor hun zou veranderen, en ook daar hele fijne reacties op mijn coming out gehad.

Inmiddels ben ik twee jaar verder, bijna 8 maanden aan de hormonen en heb ik al aardig wat fysieke veranderingen gehad in de vorm van een zwaardere stem, lichte baardgroei en een mannelijker gezicht. Mijn borstoperatie komt eraan en collega’s en bewoners leven heel erg mee.

Kortom… in een christelijk/gelovige omgeving is het ook zeker mogelijk om jezelf te zijn 😃

Mijn moeder moest huilen, want ze wilde zo graag dat haar dochter ‘normaal’ was

(Anoniem)

Ik weet zelf al mijn hele leven dat ik meer voel voor vrouwen dan voor mannen. Omdat mijn moeder daar altijd heel negatief op reageerde, heb ik jarenlang heel hard mijn best gedaan om te doen alsof ik hetero was. Ik heb mezelf ervan proberen te overtuigen dat ik verliefd was op een jongen uit mijn klas, ik was toen 16. Toen hij zei dat hij niet hetzelfde voelde, was ik alleen maar opgelucht.

Pas toen ik ging studeren en ik meer vrijheid voelde, kon ik mijn echte gevoelens meer toelaten. Ik raakte bevriend met een meisje op mijn studie en ik merkte dat ik ging nadenken hoe het zou zijn als ik haar mocht zoenen bijvoorbeeld.
Daarna heeft het nog twee jaar geduurd voordat ik voor het eerst gezoend heb met een vrouw. Op mijn 20e kreeg ik mijn eerste relatie met een vrouw. Ik nam haar mee naar mijn ouders en mijn moeder moest huilen, want ze had zo graag gewild dat haar dochter ‘normaal’ was. Gelukkig heb ik me hier niet door laten leiden.

Dit bleek niet de juiste relatie, het was een heel moeilijk persoon.

Maar nu, bijna 5 jaar later, heb ik de ware ontmoet. De allerleukste vrouw van de wereld voor mij. We gaan volgend jaar trouwen en met haar wil ik een gezin stichten.

Mijn moeder is ook een beetje bijgedraaid. Ze had nog steeds liever gehad dat ik “normaal” was, maar ze ziet dat S., mijn vriendin, voor mij goed is.

Ik wilde graag de band met mijn ouders verbeteren, maar zie daar het nut niet meer van in

Ik ben Olivia, 20 jaar en ik ben lesbisch.

Ik ben in de biblebelt opgegroeid, in een reformatorisch gezin. Ik heb ook altijd op een reformatorische school gezeten waar elke dag gebeden, gezongen en uit de bijbel werd gelezen. Thuis, op school en in de kerk werd mij geleerd dat homoseksualiteit een zonde is. Ik wist niet anders, iedereen in mijn omgeving was het er mee eens. Je mag en kan homoseksueel zijn, maar dit mag je niet praktiseren.
Toen ik 14 was ging het niet goed met mij en werd ik opgenomen in een jeugdkliniek. Ik kwam in een compleet andere omgeving terecht, met anders denkende mensen. Ook werd ik voor het eerst een beetje verliefd op een meisje. Toen ik 15 was hoopte ik stiekem dat ik biseksueel was, zodat er nog een kans was dat ik een vriend kreeg, aangezien dat wel geaccepteerd werd. Al heb ik nooit interesse gehad in jongens. Maar vriendinnetjes zijn bij mijn ouders thuis niet welkom, dat wist ik maar al te goed.
Toen ik 17 was, heb ik mijn ouders verteld dat ik op vrouwen val. Ze reageerde er toen vrij neutraal op, aangezien het voor hun niet zo aan de orde was omdat ik toch geen vriendinnetje had. Toen ik twee jaar later daadwerkelijk een vriendinnetje had hebben ze daar erg vervelend op gereageerd. Ze mocht niet bij mijn ouders thuis komen, ze zouden nooit op onze bruiloft komen en haar kinderen zouden nooit hun kleinkinderen zijn. Ik heb mijn ouders daarna lang niet meer gesproken. Ondanks dat het nu uit is met mijn toemalige vriendin, is het contact nogsteeds minimaal.

Ik weet nog steeds niet hoe ik dit in de toekomst moet gaan doen. Ik wil graag de band met mijn ouders verbeteren maar ik zie daar eigenlijk het nut niet meer van in. Ik ben momenteel vrijgezel dus loopt het contact redelijk, maar wat als daar verandering in komt? Wat als het straks kerst is en mijn vriendin mag niet aansluiten bij het familiediner?

Mijn verhaal over mijn panseksualiteit

Hallo, mijn naam is Lisa, ik ben 18 jaar en mijn seksualiteit is panseksueel.

In dit verhaal ga ik het één en ander uitleggen over hoe de ontdekkingstocht over mijn seksualiteit voor mij is gelopen.

Ik denk dat het als eerst handig is om te vermelden dat ik opgegroeid ben in een klein dorp in Friesland. Hier woonde ik tot mijn 16e. Het stereotype over Friesland is in mijn geval waar: mensen zijn niet ruimdenkend en niet echt accepterend. Dit heeft in het begin van mijn ‘reis’ grote invloed gehad op hoe ik me voelde.

Ik ben er altijd van uitgegaan dat ik hetero was. Dat was logisch en vanzelfsprekend. Ik was een jaar of 15 toen ik begon te twijfelen over mijn seksualiteit. Tegen die tijd kreeg ik gevoelens voor een internetvriendin van mij. Dit vond ik gek en ik schaamde me hiervoor. Toen ik deze gevoelens voor dit meisje had, heb ik dat nóóit met iemand gedeeld. Daar voelde ik namelijk de ruimte niet voor.

Al mijn vrienden waren destijds hetero, of gingen er net als ik vanuit dat ze hetero waren. Er was een irreële angst in mij, ik was bang om mijn vrienden te verliezen als ik ze het vertelde.

Achteraf denk ik: “Het is toch een absurde gedachte?! Als mijn vrienden mijn seksualiteit niet accepteren, wat voor vrienden zijn dat dan?”

Op het moment dat ik begon te twijfelen over mijn seksualiteit, had ik mijn eerste vriendjes al gehad. Dit maakte het voor mij destijds wat ingewikkelder. Ik had natuurlijk al relaties met jongens gehad, wie gaat mij ooit geloven als mijn seksualiteit niet hetero blijkt te zijn?

Achteraf kijk ik terug op deze gedachtegang en denk ik: “Lieverd!! Als jij je biseksueel voelt maakt het helemaal niet uit met wie je thuiskomt. Als jij dit voelt, is dat valide. Ongeacht hoe de ‘uitvoering’ eruit ziet.” (Ik kende de term panseksueel tegen die tijd nog niet, vandaar dat ik hier de term biseksueel gebruik)

Dat wil ik ook graag met mensen delen. Er is geen regel hoe biseksualiteit eruitziet. Je kunt je 80% tot vrouwen aangetrokken voelen en 20% naar mannen. Dan ben je nog steeds biseksueel, dat hoeft niet 50/50 te zijn.

Eén jaar later studeerde ik af van het VMBO en ging mijn moeder verhuizen naar Deventer. Het was voor mij tijd om een passende MBO-opleiding te vinden. De opleiding die ik koos zat in Zwolle. Ik ging bij mijn moeder in Deventer wonen, met het idee: “Hier zit ik niet meer vast aan de narrow-minded mensen. Wellicht voel ik in Deventer meer de ruimte om mezelf te ontplooien.”

Dit klopte! Ik leerde mensen in Utrecht kennen en ging met hen naar PANN. Dit is een gay-feest dat georganiseerd wordt in verschillende steden en waar iedereen welkom is. Ik ging ernaartoe in Tivoli, Utrecht. Ik stond versteld van de acceptatie en de openheid.

Ook stond ik er versteld van dat er geen ongewenste seksuele interactie was. Bijvoorbeeld: in de stamkroeg om de hoek in het dorp, krijg je als vrouwelijk persoon nog best wel wat ongevraagde seksuele opmerkingen naar je hoofd geslingerd. Of je wordt ongevraagd in je kont geknepen. Dat soort ongure praktijken waardoor ik mij niet veilig voelde tijdens het uitgaan, was totaal niet aan de orde bij PANN. Dat vond ik heerlijk en bevrijdend. Ik had meer lol dan ooit tijdens het uitgaan.

In deze periode kwam ik erachter dat ik panseksueel ben. Het gaat mij niet persé om het uiterlijk van het persoon. Ik val namelijk eerst voor de persoonlijkheid, dan word ik verliefd op de uiterlijke kenmerken van een persoon. Gender speelt geen rol in de gevoelens die ik krijg voor een ander.

Toen ik Friesland woonde was ik me er niet van bewust dat gender in zóveel verschillende vormen komt, dus dacht ik dat ik biseksueel was.

(Biseksueel zegt eigenlijk: ik kan zowel op mannen als op vrouwen vallen. Hiermee sluit het dus eigenlijk andere genders uit. Ik voel mij niet zo, dus paste ik beter in het hokje ‘panseksueel’.)

Eén jaar later was ik ondertussen comfortabel met mijn seksualiteit en leerde ik ‘soortgenoten’ kennen in Zwolle. Ik kreeg een hele vriendengroep om mij heen van allerlei queer-mensen. Ik voelde me thuis en geaccepteerd.

De eerste persoon naar wie ik uitte dat ik panseksueel ben, is mijn nichtje. Zij woont in Utrecht en door en met haar ben ik ook voor het eerst naar PANN geweest. Haar vriendengroep bestond uit veel queer-mensen. Ik kon mijzelf zijn bij hen.
Daarnaast ben ik weinig écht uit de kast gekomen. Mensen om mij heen gaan met mij om voor míj. Niet voor mijn seksualiteit. Als het bij mensen ter sprake komt, spreek ik me eerlijk uit over mijn seksualiteit. Soms krijg ik rare blikken. Maar ik weet dat dat niet mijn probleem is.

Bij mijn moeder was het anders. Toen ik nog in Deventer woonde, zat ik eens met haar in de auto. Ik had toen net Tinder gedownload en had ‘m ook op ‘meiden’ gezet, zodat ik niet enkel mannen voorbij zag komen. Ik kan me nog herinneren dat dit voor mij een grote stap was.

Maar goed, ik zat dus in de auto en ik dacht: ‘Ja, ik ga het gewoon zeggen.’ Dus ik zij: “Ehhm, mama…? Ik ehh, ben via Tinder ook op meiden aan het swipen…” Ze reageerde hier nauwelijks op. Ze vond het niet raar of gek. Ze zei: “Je weet dat je zus ook biseksueel is, toch?” Dat was het, daar bleef het bij.

Ik heb mijn moeder volgens mij nooit echt verteld dat ik panseksueel ben, het kan zijn dat ik het ooit tussen neus en lippen door heb verteld, maar ik heb het gevoel dat het er niet écht toe doet.

September 2020 dacht ik: “Verrek! Mijn vader denkt nog steeds dat ik hetero ben.” Ik beantwoordde een aantal vragen in een interview over mijn seksualiteit. Naar aanleiding van het interview heb ik mijn vader verteld over mijn seksualiteit. Hij vond het allemaal best gek. Dat maakte mij niet uit. Dit is nou eenmaal hoe het is, daar heeft hij maar mee te doen.

Wil je ook meeschrijven of je ervaring delen?

Ik heb een lesbische zus

Het verhaal van Pieter

Mijn zus vroeg me om op te schrijven wat het voor mij betekent dat zij lesbisch is.
Best spannend. Maar ik doe het graag. Ik hoop dat jij er als broer of zus wat aan hebt.

Ik ben haar jongere broer en wij schelen 8 jaar. Echt samen zijn we dus niet opgegroeid. Maar we hebben een goede band, we lijken in veel dingen op elkaar. Ze was dan ook supertrots toen ik haar vroeg om mijn getuige te zijn voor mijn huwelijk. Dat tekent onze band.

Puzzelstukjes
Ik vroeg haar weleens hoe het ging met daten. Ze datete soms met jongens, maar heel enthousiast was ze nooit. Op een dag waren we bij haar thuis. Mijn zus moest ons iets vertellen. Ze moest huilen toen ze vertelde dat ze op vrouwen viel. Ik weet niet meer goed wat er door me heen ging. Wel dat het me op zich niet verbaasde. Het paste bij haar, alsof puzzelstukjes op hun plek vallen.

Er waren (uiteraard!) wel vragen, maar een van de eerste dingen die we zeiden is dat zij voor ons nog steeds dezelfde is. En dat wat we hebben blijft.

Steun van mensen
Een vraag die veel broers of zussen zullen hebben, is of hun broer of zus alleen wil blijven of voor een relatie gaat. Het is tegenwoordig ook in veel christelijke kringen geaccepteerd om een relatie aan te gaan.

Mijn zus kiest er voor om alleen te blijven. Ze gelooft dat het huwelijk ingesteld is voor een man en een vrouw. Dat betekent veel: niet iemand thuis hebben met wie je je leven kunt delen, geen kinderen krijgen. Wij steunen haar daarin. Maar het is een moeilijke weg die ze moet gaan. Een weg die niet zonder gebed en steun van mensen om haar heen kan.

Want, ook al is het goed bedoeld, er zijn ook christenen die vragen waarom je ‘zo moeilijk doet’ als je alleen wilt blijven. In plaats van steun voelt mijn zus dan eenzaamheid. Het is namelijk haar christelijke overtuiging waarom ze deze keuze maakt, en dat tegen de tijdsgeest in. Ik vind dat zo moedig en daarin is ze een voorbeeld voor mij!

Niet veranderd
Wat ik moeilijk vond en vind is om haar moeite en pijn te zien. Ze heeft een diepe worsteling gehad na haar coming-out. Over wie ze was en over haar relatie met God. Over hoe God kijkt naar homoseksualiteit. Mijn zus heeft professionele hulp gezocht, het ging op een gegeven moment echt niet meer goed. Ik vind dat heel moedig van haar en ik ben blij dat dat heeft geholpen. Niet dat alle problemen en moeiten weg zijn. Maar het heeft haar wel geholpen om verder te kunnen.

Nu zijn we een paar jaar verder. Ik ben heel blij dat onze band inderdaad niet veranderd is. Er zijn helaas mensen bij wie het anders gaat. Bij wie de band met de familie anders, minder, wordt. Dat is bij ons niet het geval. Ik zie mijn zus nog steeds als dezelfde zus. Ze is nog dezelfde die ze was. Het feit dat ze heeft verteld dat ze op vrouwen valt, betekent niet dat ze is veranderd. Het betekent alleen dat ze open is over iets dat er al was. En wat ze eerst zelf ook nog moest ontdekken.

Geduldig
Dit laatste is iets wat ik jou als broer of zus ook wil meegeven. Jouw broer of zus die uit de kast komt is dezelfde persoon als hij of zij was. Ze moeten, welke keuzes ze ook maken, een moeilijke weg gaan. Ze hebben steun nodig. Bemoediging. Gebed. Wees geduldig, en luister naar ze. Zodat ze een veilige plek hebben voor hun moeiten en vragen.

Wil je ook meeschrijven of je ervaring delen?

Wat de gemeente kan doen aan een sterkere positie van christelijke lhbti’ers

De Nashville-verklaring leidde in 2019 tot veel discussie in de media en binnen geloofsgemeenschappen. Onlangs ontstond er commotie in de media nadat minister Slob omstreden uitspraken deed over religieuze scholen en homoseksualiteit. Wat weten we over christelijke LHBTI’s? En wat kun je als gemeente doen?

Charlot Pierik, projectleider Regenboogsteden Movisie en onderzoeker René Broekroelofs onderzochten wat werkt in literatuur en wat werkt in de praktijk. Pierik: ‘Belangrijk is dat het gesprek gevoerd wordt op alle niveaus. Een gemeente kan stimuleren en faciliteren. Maak vooral gebruik van de materialen en de expertise van de organisaties die er zijn!’

💡Een nieuwe handreiking van Movisie en LCC Plus Projecten biedt concrete handvatten om de positie en acceptatie van christelijke LHBTI’s te versterken. Aangevuld met praktijkvoorbeelden van bestaande initiatieven. 

Download handreiking

De gevolgen van negatieve opvattingen

De effecten van negatieve opvattingen binnen de christelijke geloofsgemeenschap over lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgender personen en mensen met een intersekse ervaring (LHBTI’s) zijn niet onschuldig. Zulke negatieve opvattingen uit de omgeving hebben invloed op het welzijn en de gezondheid van christelijke LHBTI’s:

  • (Zelf)acceptatie: gelovige jongeren (onder de 25 jaar) hebben meer moeite met het accepteren van hun seksuele voorkeur dan jongeren die niet geloven.
  • Eenzaamheid: als LHBTI-gevoelens taboe zijn in de christelijke gemeenschap kan dit leiden tot eenzaamheid.
  • Suïcide: uit onderzoek van het SCP (2010) blijkt dat LHBTI-jongeren met een religieuze achtergrond vaker suïcidaliteit rapporteren dan LHBTI-jongeren zonder religieuze achtergrond.

Suïcidepreventie: Vermoed je gevoelens of gedachten van zelfmoord bij een cliënt? Wacht niet en schakel hulp in. Neem contact op met 113 zelfmoordpreventie. Jongeren die stoeien met hun gender- en/of seksuele diversiteit kunnen hulp en ervaringsverhalen vinden op iedereenisanders.nl  of holybe.nl.

  • Conversie-therapie: Dit wordt ook wel ‘homogenezingstherapie’ genoemd. Ongeveer drie tot vijf procent van de christelijke LHBTI’s heeft te maken gehad met enige vorm van homogenezingstherapie of verwante activiteiten. Ervaringsdeskundigen geven aan dat conversie-therapie behoorlijke gevolgen heeft voor het welzijn. Denk hierbij aan periodes met depressies, suïcidale gedachten of vereenzaming. Professionals spreken dan ook wel eens van een religieus trauma.

Uit onderzoek blijkt dat het percentage mensen met een christelijke achtergrond die negatieve opvattingen heeft over LHBTI-personen groter is dan bij mensen met een niet-religieuze achtergrond. Sommige christelijke LHBTI’s bevinden zich in een extra kwetsbare positie. Hieronder vallen LHBTI-jongeren, christelijke transgender personen en LHBTI’s die op latere leeftijd uit de kast komen.

 

 

In deze video vertelt Noud Fortuin zijn verhaal. Hij is opgegroeid in een protestants-christelijk gezin en wil als transgender de kerk van binnenuit veranderen. In een vijfdelige videoreeks ‘Stories of Belonging’ laat Nieuw Wij zien hoe vijf jongeren op eigen en vaak verrassende wijze hun identiteit vormgeven.

 ‘We kennen geen homo’s’

Er zijn een aantal belemmeringen in het bespreekbaar maken van LHBTI-acceptatie binnen christelijke kringen. Zoals de ontkenning van het bestaan van christelijke LHBTI’s bijvoorbeeld: ‘Onze kerk kent geen homo’s’. Dat homoseksualiteit als zonde wordt gezien of dat christelijke ouders niet goed weten hoe zij met de situatie om moeten gaan wanneer hun kind uit de kast komt.

Scheiding kerk en staat

Gemeenten aarzelen soms. Kerk en staat dienen gescheiden te zijn. Het kan zijn dat je het als gemeente niet als taak ziet om voor christelijke LHBTI’s beleid te ontwikkelen. Of je bent bang in te breken in de kerkelijke sfeer. Toch is het goed mogelijk wanneer je een objectieve en faciliterende rol inneemt volgens Pierik. ‘Zo kan jouw gemeente helpen om de positie christelijke LHBTI’s te versterken, zonder inbreuk te doen op de geloofsinhoud of kerkelijke sfeer.’

Wat kan de gemeente doen?

Om de positie- en acceptatie van christelijke LHBTI’s te verbeteren kan een gemeente:
kerken en organisaties stimuleren en faciliteren om het onderwerp bespreekbaar te maken. Dat kan door:

  • Het organiseren van gemeentelijke activiteiten en het ontwikkelen van beleid
  • Het stimuleren en ondersteunen van de dialoog met en in kerkelijke gemeenten of onderwijs
  • Het stimuleren en ondersteunen van informatievoorziening en hulp
  • Het stimuleren en ondersteunen van (ontmoetings)activiteiten voor christelijke LHBTI’s

‘Ik heb niets tegen homo’s, maar ze moeten wel normaal doen’

“Ik heb niets tegen homo’s, maar ze moeten wel normaal doen.” Dit citaat van iemand die een homo heeft mishandeld, geeft in een notendop antwoord op de eerste vraag uit de kop boven dit artikel. Namelijk dat lhbti’ers door het overgrote deel van de bevolking worden geaccepteerd, behalve als ze het expliciet uitdragen.

Een transgenderstel dat noodgedwongen verhuist na mishandeling en maandenlange pesterijen. De invoering van een discriminatieknop bij taxidienst Uber, nadat een chauffeur een dragqueen had geweigerd in zijn auto. Het gebeurde in de week van Pride Amsterdam, met vandaag het hoogtepunt, de Canal Parade.

Wat drijft mensen om lhbti’ers te mishandelen of discrimineren en hoe vaak gebeurt zoiets?

Als het gaat om geweld tegen homo’s en lesbiennes dan zijn de daders vooral groepjes jonge mannen. Het geweld vindt vaak plaats als zij aan het stappen zijn en drank op hebben, zeggen deskundigen.

Ik ben geen homofoob – dat is opvallend genoeg wat de meeste daders benadrukten.

Laurens Buijs, sociaalwetenschapper aan de UvA

Onderzoeker Laurens Buijs sprak met zeker twintig daders van anti-homogeweld in Amsterdam en bestudeerde nog eens tientallen politiedossiers. “Ik ben geen homofoob – dat is opvallend genoeg wat de meesten benadrukten”, zegt de onderzoeker van de UvA.

Buijs vroeg waarom ze het slachtoffer dan in elkaar hadden geslagen. “Dan kwamen de verhalen: die homo keek vies naar me. Of: hij gedroeg zich niet als een echte man.”

Hun traditionele mannelijkheid was voor de daders die de onderzoeker sprak zo’n beetje het belangrijkste wat ze hadden. Ze hingen veelal rond op straat en waren al vroeg in aanraking met justitie of hulpinstanties gekomen. “Ze speelden vaak de slachtofferrol: de samenleving moet ons niet.”

Straatcultuur

In zijn onderzoek uit 2009 concludeerde Buijs dat ruim een derde van de verdachten van anti-homo-geweld in Amsterdam autochtoon was. Ongeveer hetzelfde percentage van de verdachten was van Marokkaanse afkomst.

“Je zag dat verdachten van Marokkaanse afkomst relatief oververtegenwoordigd waren. Dat wordt heel snel toegeschreven aan de islam, maar die link is slecht te leggen”, zegt de sociaalwetenschapper. “Het is meer toe te schrijven aan straatcultuur. Waar mensen vaak weinig met religie hebben, maar waar juist mannelijkheidsproblemen spelen.”

De politie gebruikte de resultaten van Buijs’ onderzoek in 2013 in een rapportover anti-homogeweld in Nederland. Buijs: “Ik zou het onderzoek graag willen herhalen, want het is alweer tien jaar geleden.”

‘Ik wil meedoen’

Als het gaat om geweld tegen lesbiennes dan zijn de daders daarentegen vooral mannen die zich juist buitengesloten voelen. “Als die twee vrouwen zien zoenen dan roepen ze dingen als: ik wil meedoen”, zegt Hanneke Felten van onderzoeksbureau Movisie, die samen met een collega zo’n 25 slachtoffers heeft geïnterviewd.

De statistieken wijzen op een recente daling in anti-homo-geweld. De politie registreerde vorig jaar 189 incidenten tegenover 239 in 2017. Ook het aantal meldingen van discriminatie vanwege seksuele geaardheid is gedaald.

NOS, BRON POLITIE
 

Maar belangenorganisatie COC zegt zich niet te kunnen vinden in deze cijfers. Het werkelijke aantal gevallen van discriminatie ligt volgens het COC veel hoger, maar slachtoffers zouden het minder vaak melden. Bovendien passen lhbti’ers hun gedrag aan om gevaarlijke situaties te voorkomen.

“We denken heel bewust na over waar we de auto parkeren”, zeiden dragqueens Amy en Victoria eerder deze week tegen de NOS. Ze gaan bijvoorbeeld liever niet met make-up, pruik en jurk over straat.

Geweld tegen transgenders en drags loopt sneller uit de hand dan bij andere lhbti’ers, viel Buijs op tijdens zijn onderzoek. “Het is extremer en excessiever. Die agressie wordt aangejaagd door een kortsluiting die als het ware ontstaat bij de dader.” Omdat het slachtoffer zo enorm afwijkt van de traditionele genderhokjes: man of vrouw.

Bedreiging

Schrikken van het onbekende, dat is het achterliggende psychologische mechanisme. Als je niet gewend bent aan mannen in vrouwenkleding, intimiteit tussen twee vrouwen of mensen die geen duidelijke sekse hebben, dan valt zoiets in het openbaar meteen op. En dat kan voor een deel van de samenleving als een bedreiging overkomen, zegt de onderzoeker.

In een vorig jaar verschenen SCP-rapport staat dat Nederlanders steeds positiever zijn over homoseksualiteit en genderdiversiteit. Met als kanttekening dat een derde van de bevolking liever bijvoorbeeld niet twee mannen ziet zoenen in het openbaar.

Dat laat volgens gedragspsycholoog Buijs glashelder zien dat deze onderbuikgevoelens wijdverspreid zijn. “De heteronorm van een man die een vrouw moet versieren zit nog zo diep verankerd in ons denken. We overschatten soms de invloed van de moderne tijd.”

Bron: nos.nl